Language of document :

Arrest van het Gerecht van 30 mei 2013 – Anicav e.a. / Commissie

(Gevoegde zaken T-454/10 en T-482/11)1

(„Landbouw – Gemeenschappelijke ordening van markten – Steun aan sector groenten en fruit – Beroep tot nietigverklaring – Rechtstreekse geraaktheid – Ontvankelijkheid – Verwerkte groenten en fruit – Actiefondsen en operationele programma’s – Financiering van ‚activiteiten die geen verwerkingsactiviteiten in eigenlijke zin zijn’”)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partijen: Associazione Nazionale degli Industriali delle Conserve Alimentari Vegetali (Anicav) (Napels, Italië) (zaak T-454/10); Agrupación Española de Fabricantes de Conservas Vegetales (Agrucon) (Madrid, Spanje) en de zestien andere in bijlage I bij het arrest genoemde verzoeksters (zaak T-482/10) (vertegenwoordigers: aanvankelijk J. L. da Cruz Vilaça, S. Estima Martins en S. Carvalho de Sousa en vervolgens S. Estima Martins, S. Carvalho de Sousa en R. Oliveira, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: zaak T-454/10, aanvankelijk B. Schima en M. Vollkommer en vervolgens B. Schima en N. Donnelly; zaak T 482/11, K. Banks en B. Schima, gemachtigden)

Interveniënten aan de zijde van verzoekende partij in zaak T-454/10: Associazione Italiana Industrie Prodotti Alimentari (AIIPA) (Milaan, Italië) en de tien andere in bijlage II bij het arrest genoemde interveniënten (vertegenwoordigers: aanvankelijk J. L. da Cruz Vilaça, S. Estima Martins en S. Carvalho de Sousa en vervolgens S. Estima Martins, S. Carvalho de Sousa en R. Oliveira, advocaten)

Interveniënten aan de zijde van verwerende partij: Confederazione Cooperative Italiane (Rome, Italië) en de acht andere in bijlage III bij het arrest genoemde interveniënten (vertegenwoordigers: M. Merola, M. C. Santacroce en L. Cappelletti, advocaten)

Voorwerp

In zaak T-454/10, een vordering tot nietigverklaring van artikel 52, lid 2 bis, van en bijlage VIII bij verordening (EG) nr. 1580/2007 van de Commissie van 21 december 2007 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van de verordeningen (EG) nr. 2200/96, (EG) nr. 2201/96 en (EG) nr. 1182/2007 van de Raad in de sector groenten en fruit (PB L 350, blz. 1), zoals gewijzigd bij verordening (EU) nr. 687/2010 van de Commissie van 30 juli 2010 (PB L 199, blz. 12), en in zaak T-482/11, een vordering tot nietigverklaring van de artikelen 50, lid 3, en 60, lid 7, van uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft (PB L 157, blz. 1)

Dictum

Artikel 52, lid 2 bis, tweede alinea, van verordening (EG) nr. 1580/2007 van de Commissie van 21 december 2007 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van de verordeningen (EG) nr. 2200/96, (EG) nr. 2201/96 en (EG) nr. 1182/2007 van de Raad in de sector groenten en fruit, zoals gewijzigd bij verordening (EU) nr. 687/2010 van de Commissie van 30 juli 2010, wordt nietig verklaard voor zover het bepaalt dat de waarde van „activiteiten die geen verwerkingsactiviteiten in eigenlijke zin zijn”, in de waarde van de afgezette productie van voor verwerking bestemde groenten en fruit is begrepen.

Artikel 50, lid 3, van uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft, wordt nietig verklaard voor zover het bepaalt dat de waarde van „activiteiten die geen verwerkingsactiviteiten in eigenlijke zin zijn”, in de waarde van de afgezette productie van voor verwerking bestemde groenten en fruit is begrepen.

Artikel 60, lid 7, van uitvoeringsverordening nr. 543/2011 wordt nietig verklaard.

Op het beroep in zaak T-454/10 behoeft niet te worden beslist voor zover dit strekt tot nietigverklaring van bijlage VIII bij verordening nr. 1580/2007.

De gevolgen van artikel 52, lid 2 bis, tweede alinea, van verordening nr. 1580/2007 en van artikel 50, lid 3, van uitvoeringsverordening nr. 543/2011 worden uitsluitend in die zin gehandhaafd dat de tot aan de uitspraak van het onderhavige arrest krachtens laatstgenoemde bepalingen aan de producentorganisaties verrichte betalingen als definitief moeten worden beschouwd.

In zaak T-454/10 zal de Europese Commissie haar eigen kosten alsmede de kosten van Associazione Nazionale degli Industriali delle Conserve Alimentari Vegetali (Anicav) en van de in bijlage II genoemde interveniënten aan de zijde van laatstgenoemde dragen.

In zaak T-454/10 zullen de in bijlage III genoemde interveniënten aan de zijde van de Commissie hun eigen kosten dragen.

In zaak T-482/11 zal de Commissie haar eigen kosten dragen alsmede de kosten van Agrupación Española de Fabricantes de Conservas Vegetales (Agrucon) en van de andere in bijlage I genoemde verzoeksters.

In zaak T-482/11 zullen de in bijlage III genoemde interveniënten aan de zijde van de Commissie hun eigen kosten dragen.

____________

1     PB C 328 van 4.12.2010.