Language of document :

Mededeling in het PB

 

Beroep, op 14 april 2003 ingesteld door Reckitt Benckiser (España) S.L. tegen het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (BHIM)

    (Zaak T-126/03)

Procestaal: te bepalen overeenkomstig artikel 131, lid 2,

van het Reglement voor de procesvoering (

Taal van het verzoekschrift: Engels

Bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen is op 14 april 2003 beroep ingesteld tegen het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (BHIM) door Reckitt Benckiser (España) S.L., te Barcelona (Spanje), vertegenwoordigd door M. Esteve Sanz, advocaat.

Andere partij voor de kamer van beroep: ALADIN Gesellschaft für innovative mikrobiologische Systeme GmbH.

Verzoekster concludeert dat het het Gerecht behage:

(te verklaren dat de beslissing van de eerste kamer van beroep van 31 januari 2003 in zaak 389/2002-1 artikel 4, leden 2 en 3, en/of artikel 8, lid 1, sub b, van verordening nr. 40/941 heeft geschonden;

(derhalve deze beslissing te herzien, en met name inschrijving van het woord ALADIN als gemeenschapsmerk nr. 397.323 te weigeren, of ( in voorkomend geval ( de zaak terug te wijzen naar de eerste kamer van beroep;

(verweerder, en in voorkomend geval interveniënte, te verwijzen in alle kosten van deze procedure en in die van de procedures van oppositie en beroep voor het BHIM.

Middelen en voornaamste argumenten

Aanvrager van het

gemeenschapsmerk:    ALADIN Gesellschaft für innovative mikrobiologische Systeme GmbH

Betrokken gemeenschapsmerk:woordmerk "ALADIN" voor bepaalde waren van de klassen 1, 3, 35, 37 en 42 (aanvraagnr. 397323)

Houder van het oppositiemerk

of -teken in de oppositieprocedure:RECKITT BENCKISER (ESPAÑA) S.L.

Oppositiemerk of -teken:nationaal merk "ALADDIN" voor bepaalde waren ("poetsmiddel voor metaal") van klasse 3

Beslissing oppositieafdeling:afwijzing van de oppositie

Beslissing kamer van beroep:verwerping van het beroep van opposante

Middelen:onjuiste toepassing van artikel 43, leden 2 en 3, en van artikel 8, lid 1, sub b, van verordening nr. 40/94. Verzoekster betwist de uitspraak van de kamer van beroep, dat verzoeksters merk waarop de oppositie steunt, alleen voor een bepaalde categorie waren ("met metaalpoetsmiddel geïmpregneerde katoenen stof voor huishoudelijk gebruik") werd gebruikt en dat er gelet op dit gebruik geen gevaar voor verwarring tussen de twee merken bestond. Volgens verzoekster gaat het hier niet om een ouder merk dat alleen werd gebruikt voor een deel van de waren waarvoor het werd ingeschreven. Verzoekster betoogt dat het oudere merk werd ingeschreven voor "poetsmiddel voor metaal" en dat "met poetsmiddel geïmpregneerde katoenen stof" in feite "poetsmiddel voor metaal" is, zodat het oudere merk werd gebruikt voor alle waren waarvoor het is ingeschreven.

CB

____________

1 - (Verordening (EG) nr. 40/94 van de Raad van 20 december 1993 inzake het gemeenschapsmerk (PB L 11, blz. 1).