Language of document :

Beroep ingesteld op 28 september 2009 - Marcuccio / Commissie

(Zaak F-81/09)

Procestaal: Italiaans

Partijen

Verzoekende partij: Luigi Marcuccio (Tricase, Italië) (vertegenwoordiger: G. Cipressa, advocaat)

Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen

Voorwerp en beschrijving van het geding

Nietigverklaring van het besluit van de Commissie houdende gedeeltelijke afwijzing van verzoekers verzoek tot nietigverklaring van het besluit van de Commissie betreffende de berekening van de vertragingsrente verschuldigd over de invaliditeitsuitkering die hem tussen juni 2005 en april 2008 is betaald

Conclusies van de verzoekende partij

nietigverklaring van het in welke vorm dan ook genomen besluit van de verwerende partij houdende gedeeltelijke afwijzing van het verzoek van 8 september 2008, dat wil zeggen nietigverklaring van het in welke vorm dan ook genomen besluit waarbij de Commissie de vertragingsrente heeft berekend en aan verzoeker heeft betaald die verschuldigd was over elk deel van de maandelijkse bedragen van de invaliditeitsuitkering die hem over de periode van juni 2005 tot april 2008 is betaald, welke rente hem op 29 mei 2008 in één keer is uitbetaald met als waardedatum 28 mei 2008, in plaats van deze aan het einde van elke maand van de betrokken periode te betalen, en waarvan het bedrag lager is dan zou zijn berekend en betaald indien de criteria van het verzoek van 8 september 2008 waren toegepast, dat wil zeggen indien a) 29 mei 2008 was beschouwd als de dies ad quem; b) de eerste dag van de maand volgende op die gedurende welke elk deel van de betrokken maandelijkse bedragen aan verzoeker had moeten worden betaald was aangemerkt als dies a quo, en c) een jaarlijkse rentevoet van 10 % was toegepast met jaarlijkse kapitalisatie;

nietigverklaring van de nota van 16 december 2008, voor zover deze voor verzoeker nadelig is, dat wil zeggen de gedeelten waarin de Commissie het verzoek van 8 september 2008 ten dele heeft afgewezen en voor zover zij daarin een lager bedrag aan rente heeft berekend en betaald dan het geval was geweest indien de criteria in het verzoek van 8 september 2008 waren toegepast;

veroordeling van de verwerende partij tot betaling aan verzoeker van het verschil tussen het bedrag aan rente dat is berekend volgens de criteria in het verzoek van 8 september 2008 en het bedrag aan rente dat daadwerkelijk is uitgekeerd, indien nodig door in casu op grond van artikel 241 EG (ex artikel 184) de passages van het financieel reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen buiten toepassing te laten die betrekking hebben op de criteria voor de vaststelling van het bedrag van de rentevoet die moet worden toegepast op een schuld van de EG aan een persoon op wie het Statuut van toepassing is alsmede op de kapitalisatie van die rente;

veroordeling van de verwerende partij tot betaling aan verzoeker van een jaarlijkse rente van 10 % met jaarlijkse kapitalisatie, vanaf 29 mei 2008 tot aan de dag van daadwerkelijke betaling, over het verschil tussen de renten, alsmede tot betaling van 1 EUR, indien nodig door in casu op grond van artikel 241 EG (ex artikel 184) de passages van het financieel reglement buiten toepassing te laten die betrekking hebben op de criteria voor de vaststelling van het bedrag van de rentevoet die moet worden toegepast op een schuld van de EG aan een persoon op wie het Statuut van toepassing is alsmede op de kapitalisatie van die rente;

veroordeling van de Commissie tot vergoeding van alle kosten, rechten en honoraria van deze procedure;

voor zover nodig, nietigverklaring van het in welke vorm dan ook genomen besluit tot afwijzing van de klacht van 18 februari 2009 en van de nota van 29 mei 2009.

____________