Arrest van het Gerecht (Zesde kamer) van 12 april 2013 –
AEPI/Commissie
(Zaak T‑392/08)
„Mededinging – Mededingingsregelingen – Auteursrechten betreffende openbare uitvoering van muziekwerken via internet, satelliet en kabel – Beschikking houdende vaststelling van inbreuk op artikel 81 EG – Verdeling van geografische markt – Bilaterale overeenkomsten tussen nationale auteursrechtenorganisaties – Onderling afgestemd feitelijk gedrag waarbij mogelijkheid van verlenen van multiterritoriale licenties en multirepertoirelicenties wordt uitgesloten – Bewijs – Vermoeden van onschuld”
1. Mededingingsregelingen – Aantasting van mededinging – Wederkerigheidscontracten tussen nationale auteursrechtenorganisaties – Bedingen inzake exclusieve aansluiting bij auteursrechtenorganisaties op grond van nationaliteit van auteurs – Mededingingsbeperkend doel – Verdeling van markt – Compartimentering van markt – Bijzonder zware inbreuken – Verbod (Art. 81, lid 1, EG) (cf. punt 58)
2. Mededingingsregelingen – Aantasting van mededinging – Beoordelingscriteria – Mededingingsbeperkend doel – Vaststelling toereikend – Onderscheid tussen inbreuken naar strekking en inbreuken naar gevolg (Art. 81, lid 1, EG) (cf. punten 59‑61)
3. Mededinging – Administratieve procedure – Bevoegdheden van de Commissie – Vaststelling beëindigde inbreuk – Gewettigd belang bij vaststelling – Gevaar voor terugkeer naar geïncrimineerde praktijk, waardoor opheldering van rechtssituatie geboden is (Art. 81, lid 1, EG; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 7, lid 2) (cf. punt 62)
4. Mededinging – Administratieve procedure – Beschikking van de Commissie waarbij inbreuk wordt vastgesteld – Bewijs van inbreuk, te leveren door de Commissie – Omvang van bewijslast (Art. 81, lid 1, EG; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 2) (cf. punten 64, 77, 123)
5. Recht van de Unie – Beginselen – Grondrechten – Vermoeden van onschuld – Mededingingsprocedure – Beschikking waarbij inbreuk wordt vastgesteld maar geen geldboete wordt opgelegd – Toepasselijkheid (Art. 81, lid 1, EG; art. 6, lid 2, EU; Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, art. 48, lid 1) (cf. punten 78‑82)
6. Mededinging – Administratieve procedure – Beschikking van de Commissie waarbij inbreuk wordt vastgesteld – Wijze van bewijslevering – Bundel aanwijzingen – Vereiste mate van bewijskracht van individueel beschouwde aanwijzingen – Bewijzen uitsluitend op basis van gedraging van ondernemingen – Bewijslast van ondernemingen die bestaan van inbreuk betwisten – Verplichtingen van de Commissie bij betwisting van aannemelijkheid van door ondernemingen voorgestelde verklaring (Art. 81, lid 1, EG; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 2) (cf. punten 83‑87, 93, 146)
7. Mededingingsregelingen – Verbod – Mededingingsregelingen die effect blijven sorteren na formele beëindiging ervan – Toepassing van artikel 81 EG (Art. 81, lid 1, EG) (cf. punt 109)
8. Mededingingsregelingen – Onderling afgestemde feitelijke gedragingen – Parallelle gedraging – Vermoeden van onderlinge afstemming – Grenzen – Weigering van auteursrechtenorganisaties om in andere lidstaat gevestigde gebruiker rechtstreeks toegang tot hun repertoire te verlenen – Aantasting van mededinging (Art. 81, lid 1, EG) (cf. punt 122)
Voorwerp
| Verzoek tot gedeeltelijke nietigverklaring van beschikking C(2008) 3435 definitief van de Commissie van 16 juli 2008 betreffende een procedure op grond van artikel 81 [EG] en artikel 53 van de EER-Overeenkomst (Zaak COMP/C2/38.698 – CISAC) |
Dictum
1) | | Artikel 3 van beschikking C(2008) 3435 definitief van de Commissie van 16 juli 2008 betreffende een procedure op grond van artikel 81 [EG] en artikel 53 van de EER-Overeenkomst (Zaak COMP/C2/38.698 – CISAC) wordt nietig verklaard voor zover het betrekking heeft op AEPI Elliniki Etaireia pros Prostasian tis Pnevmatikis Idioktisias AE. |
2) | | Artikel 4 van beschikking C(2008) 3435 definitief wordt nietig verklaard voor zover het verwijst naar artikel 3 daarvan en betrekking heeft op AEPI. |
3) | | Het beroep wordt verworpen voor het overige. |
4) | | De Europese Commissie zal haar eigen kosten en de helft van de kosten van AEPI dragen. |
5) | | AEPI zal de helft van haar eigen kosten dragen. |
6) | | Elke partij zal haar eigen kosten betreffende de procedure in kort geding dragen. |