Arrest van het Gerecht (Tweede kamer) van 4 december 2015 – Emadi/Raad
(Zaak T‑274/13)
„Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid – Beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten vanwege de situatie in Iran – Bevriezing van tegoeden – Beperkingen van binnenkomst op of doorreis via het grondgebied van de Unie – Rechtsgrondslag – Motiveringsplicht – Recht om te worden gehoord – Beoordelingsfout – Ne bis in idem – Vrijheid van meningsuiting – Mediavrijheid – Vrijheid van beroepsuitoefening – Vrij verkeer – Eigendomsrecht”
1. Gerechtelijke procedure – Inleidend verzoekschrift – Vormvereisten – Vaststelling van het voorwerp van het geschil – Summiere uiteenzetting van de aangevoerde middelen – Vergelijkbare vereisten voor de ter ondersteuning van een middel aangevoerde argumenten [Statuut van het Hof van Justitie, art. 21, eerste alinea, en 53, eerste alinea; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht (1991), art. 44, lid 1, c) en d)] (cf. punten 45, 46, 128, 177)
2. Gerechtelijke procedure – Inleidend verzoekschrift – Conclusies – Wijziging in de loop van het geding – Voorwaarde [Reglement voor de procesvoering van het Gerecht (1991), art. 48, lid 2] (cf. punt 53)
3. Beroep tot nietigverklaring – Termijnen – Aanvang – Handeling met beperkende maatregelen ten aanzien van een persoon of entiteit – Handeling die is gepubliceerd en aan de adressaten is meegedeeld – Datum van mededeling van de handeling – Mededeling aan de betrokkene door middel van een publicatie in het Publicatieblad van de Europese Unie – Toelaatbaarheid – Voorwaarden – Onmogelijkheid voor de Raad om tot betekening over te gaan [Art. 263, vierde en zesde alinea, VWEU en 275, tweede alinea, VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht (1991), art. 102, lid 1; besluit 2014/205/GBVB van de Raad; verordening nr. 371/2014 van de Raad] (cf. punten 52, 54‑57, 60, 61)
4. Beroep tot nietigverklaring – Termijnen – Aanvang – Kennisgeving – Begrip – Kennisgeving aan de vertegenwoordiger van een verzoeker – Voorwaarde (Art. 263, zesde alinea, VWEU) (cf. punten 63, 64)
5. Handelingen van de instellingen – Motivering – Verplichting – Omvang – Beperkende maatregelen ten aanzien van Iran – Bevriezing van tegoeden van personen, entiteiten of lichamen die zich bezighouden met of medewerking verlenen aan nucleaire proliferatie – Minimumvereisten (Art. 296 VWEU; besluiten 2013/124/GBVB en 2014/205/GBVB van de Raad; verordeningen nr. 206/2013 en nr. 371/2014 van de Raad) (cf. punten 79‑84)
6. Beroep tot nietigverklaring – Middelen – Ontbrekende of ontoereikende motivering – Ander middel dan het middel betreffende de materiële wettigheid (Art. 263 VWEU en 296 VWEU) (cf. punten 85, 86)
7. Europese Unie – Rechterlijk toezicht op de rechtmatigheid van de handelingen van de instellingen – Beperkende maatregelen ten aanzien van Iran – Maatregelen ter bestrijding van nucleaire proliferatie – Omvang van het toezicht (Art. 275, tweede alinea, VWEU; Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, art. 41, lid 2, en 47; besluit 2013/124/GBVB van de Raad; verordening nr. 206/2013 van de Raad) (cf. punten 99‑102, 135‑138, 155)
8. Recht van de Europese Unie – Beginselen – Rechten van verdediging – Recht op effectieve rechterlijke bescherming – Beperkende maatregelen ten aanzien van Iran – Bevriezing van tegoeden van personen, entiteiten of lichamen die zich bezighouden met of medewerking verlenen aan nucleaire proliferatie – Recht om te worden gehoord voordat dergelijke maatregelen worden getroffen – Geen (Art. 275, tweede alinea, VWEU; Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, art. 41, lid 2, en 47; besluit 2013/124/GBVB van de Raad; verordening nr. 206/2013 van de Raad) (cf. punt 104)
9. Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid – Beperkende maatregelen ten aanzien van Iran – Rechtsgrondslag – Beperkende maatregelen opgelegd bij een besluit op grond van artikel 29 VEU en bij een verordening op grond van artikel 215 VWEU (Art. 21, lid 2, 23 en 29 VEU; art. 205 VWEU en 215, lid 2, VWEU; besluiten 2011/235/GBVB, 2013/124/GBVB en 2014/205/GBVB van de Raad; verordeningen nr. 359/2011, nr. 206/2013 en nr. 371/2014 van de Raad ) (cf. punten 110‑118, 126)
10. Gerechtelijke procedure – Aanvoering van nieuwe middelen in de loop van het geding – Middel dat voor het eerst in repliek wordt aangevoerd – Niet-ontvankelijkheid [Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 44, lid 1, c), en 48, lid 2] (cf. punt 129)
11. Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid – Beperkende maatregelen ten aanzien van Iran – Opneming van de directeur van een vennootschap op de lijst van personen en entiteiten wier tegoeden en economische middelen bevroren worden – Opneming op basis van een eerder besluit van een onafhankelijke nationale regulerings- en mededingingsautoriteit voor de communicatiesector, waarbij aan de vennootschap een geldboete is opgelegd – Niet dezelfde inbreukmaker – Niet hetzelfde rechtsbelang – Schending van het beginsel ne bis in idem – Geen (Handvest van de grondrechten, art. 50; besluiten 2013/124/GBVB en 2014/205/GBVB van de Raad; verordeningen nr. 206/2013 en nr. 371/2014 van de Raad ) (cf. punten 168‑173)
12. Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid – Beperkende maatregelen ten aanzien van Iran – Bevriezing van tegoeden van personen, entiteiten of lichamen die zich bezighouden met of medewerking verlenen aan nucleaire proliferatie – Beperking van het recht van vrije meningsuiting en van vrije beroepsuitoefening – Schending van het eigendomsrecht – Schending van het evenredigheidsbeginsel – Geen (Handvest van de grondrechten, art. 11, 17, lid 1, en 52, lid 1; besluiten van de Raad 2011/235/GBVB, 2013/124/GBVB en 2014/205/GBVB; verordeningen van de Raad nr. 359/2011, nr. 206/2013 en nr. 371/2014) (cf. punten 187‑202, 208‑212)
13. Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid – Beperkende maatregelen ten aanzien van Iran – Verbod van toegang en doorgang alsmede bevriezing van de tegoeden van bepaalde personen en entiteiten die zich bezighouden met of medewerking verlenen aan nucleaire proliferatie – Beperking van het vrije verkeer in de Unie – Schending van het evenredigheidsbeginsel – Geen (Art. 29 VEU; art. 21, lid 1, VWEU; besluiten van de Raad 2011/235/GBVB, 2013/124/GBVB en 2014/205/GBVB; verordeningen van de Raad nr. 359/2011, nr. 206/2013 en nr. 371/2014) (cf. punten 204‑206)
Voorwerp
| Verzoek tot gedeeltelijke nietigverklaring van besluit 2013/124/GBVB van de Raad van 11 maart 2013 tot wijziging van besluit 2011/235/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten vanwege de situatie in Iran (PB L 68, blz. 57), uitvoeringsverordening (EU) nr. 206/2013 van de Raad van 11 maart 2013 tot uitvoering van artikel 12, lid 1, van verordening (EU) nr. 359/2011 betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in verband met de situatie in Iran (PB L 68, blz. 9), besluit 2014/205/GBVB van de Raad van 10 april 2014 houdende wijziging van besluit 2011/235/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten vanwege de situatie in Iran (PB L 109, blz. 25), uitvoeringsverordening (EU) nr. 371/2014 van de Raad van 10 april 2014 tot uitvoering van artikel 12, lid 1, van verordening (EU) nr. 359/2011 betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in verband met de situatie in Iran (PB L 109, blz. 9), voor zover die handelingen verzoeker betreffen |
Dictum
1) | | Het beroep wordt verworpen. |
2) | | Hamid Reza Emadi draagt zijn eigen kosten alsook die van de Raad van de Europese Unie. |
3) | | Stiftung Organisation Justice for Iran zal haar eigen kosten dragen. |