Language of document :

Mededeling in het PB

 

Beroep, op 4 september 2002 ingesteld door Deutsche Post AG tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

    (Zaak T-266/02)

    Procestaal: Duits

Bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen is op 4 september 2002 beroep ingesteld tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen door Deutsche Post AG, gevestigd te Bonn (Duitsland), vertegenwoordigd door J. Sedemund en Th. Lübbig, advocaten.

Verzoekster concludeert dat het het Gerecht behage:

(de beschikking van de Commissie van 19 juni 2002 betreffende staatssteun nr. 61/99 (ex NN 153/96) nietig te verklaren;

(verweerster in de kosten te verwijzen.

Middelen en voornaamste argumenten

De bestreden beschikking betreft exploitatieverliezen bij de pakketdienst voor zakelijke klanten, waarvan de compensatie een onwettige kruissubsidiëring oplevert. In de beschikking stelt de Commissie vast, dat de 572 miljoen euro staatssteun die Duitsland heeft verleend aan verzoekster, onverenigbaar is met de gemeenschappelijke markt. Zij stelt vast dat voorzover de compensatie door de staat van de extra nettokosten van een kortingbeleid ertoe leidt, dat de doorgaans met aan mededinging onderhevige deur-tot-deur-pakketdiensten verbonden kosten worden verlaagd, dit een voordeel is in de zin van artikel 87, lid 1, EG.

Verzoekster komt op tegen deze beschikking en stelt, dat deze exploitatieverliezen reeds aan de orde waren in de op grond van artikel 82 EG vastgestelde beschikking van de Commissie van 20 maart 2001(1), en dat de Commissie in die twee beschikkingen tot totaal verschillende resultaten komt met betrekking tot de periode, het bedrag en de financiering van de gestelde exploitatieverliezen. Volgens verzoekster berusten de in de beschikking vastgestelde exploitatieverliezen op een verkeerde berekening.

Verder stelt verzoekster dat er geen enkel bewijs is voor de stelling van de Commissie, dat de gelaakte exploitatieverliezen het gevolg zijn van een agressief kortingbeleid en derhalve geen verband houden met verzoeksters verplichtingen van algemeen economisch belang, die kennelijk onjuist is. Verder heeft de Commissie haar bevoegdheden op het gebied van diensten van algemeen economisch belang overschreden, daar zij volgens de rechtspraak niet bevoegd is om te beslissen over het bedrag van de kosten of de efficiëntie van de verrichter van postdiensten.

Verzoekster stelt, dat de Commissie artikel 87 onjuist heeft toegepast en de rechtspraak betreffende de vaststelling van steun aan ondernemingen die diensten van algemeen economisch belang verrichten, heeft geschonden. De Commissie heeft niet bewezen, dat het besluit tot kruissubsidiëring van de pakketdienst voor zakelijke klanten kan worden "toegerekend" aan de overheid van de Bondsrepubliek. Verder heeft de Commissie geen rekening gehouden met het feit dat een louter interne compensatie van verliezen binnen een onderneming geen steun is, maar enkel valt onder artikel 82 EG. Bovendien miskent zij, dat de financiering van tijdelijke exploitatieverliezen een economisch verantwoord besluit was.

Ten slotte stelt verzoekster, dat de Commissie het beginsel van hoor en wederhoor heeft geschonden.

____________

1 - )Beschikking 2001/354/EG van de Commissie van 20 maart 2001 in een procedure op grond van artikel 82 van het EG-Verdrag (zaak COMP/35.141 ( Deutsche Post AG) (PB L 125, blz. 27).