Language of document :

Arrest van het Gerecht van 24 september 2014 – Kadhaf Al Dam / Raad

(Zaak T-348/13)1

(„Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid – In het licht van de situatie in Libië vastgestelde beperkende maatregelen – Bevriezing van tegoeden en economische middelen – Motiveringsplicht – Kennelijke beoordelingsfout – Werking in de tijd van de gevolgen van een nietigverklaring – Niet-contractuele aansprakelijkheid”)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: Ahmed Mohammed Kadhaf Al Dam (Caïro, Egypte) (vertegenwoordiger: H. de Charette, advocaat)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: A. Vitro en V. Piessevaux, gemachtigden)

Voorwerp

Ten eerste, een verzoek tot nietigverklaring van besluit 2011/137/GBVB van de Raad van 28 februari 2011 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Libië (PB L 58, blz. 53), verordening (EU) nr. 204/2011 van de Raad van 2 maart 2011 betreffende beperkende maatregelen in verband met de situatie in Libië (PB L 58, blz. 1), besluit 2013/182/GBVB van de Raad van 22 april 2013 tot wijziging van besluit 2011/137 (PB L 111, blz. 50), uitvoeringsverordening (EU) nr. 689/2014 van de Raad van 23 juni 2014 tot uitvoering van artikel 16, lid 2, van verordening nr. 204/2011 (PB L 183, blz. 1), en besluit 2014/380/GBVB van de Raad van 23 juni 2014 tot wijziging van besluit 2011/137 (PB L 183, blz. 52), voor zover die handelingen verzoeker betreffen, en, ten tweede, een verzoek tot vergoeding van de door die handelingen veroorzaakte schade

Dictum

Besluiten 2013/182/GBVB van de Raad van 22 april 2013, en 2014/380/GBVB van de Raad van 23 juni 2014 tot wijziging van besluit 2011/137/GBVB betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Libië, worden nietig verklaard, voor zover daarbij de naam van Ahmed Mohammed Kadhaf Al Dam wordt gehandhaafd op de lijsten in bijlagen II en IV bij besluit 2011/137/GBVB van de Raad van 28 februari 2011 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Libië.

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 689/2014 van de Raad van 23 juni 2014 tot uitvoering van artikel 16, lid 2, van verordening (EU) nr. 204/2011, wordt nietig verklaard, voor zover daarbij de naam van Kadhaf Al Dam wordt gehandhaafd op de lijst in bijlage III bij verordening (EU) nr. 204/2011 van de Raad van 2 maart 2011 betreffende beperkende maatregelen in verband met de situatie in Libië.

De gevolgen van besluit 2013/182, besluit 2014/380 en uitvoeringsverordening nr. 689/2014 worden gehandhaafd ten aanzien van Kadhaf Al Dam tot aan het verstrijken van de termijn voor het instellen van hogere voorziening of, indien binnen die termijn hogere voorziening wordt ingesteld, tot aan de beslissing van het Hof op die hogere voorziening.

Het beroep wordt verworpen voor het overige.

Kadhaf Al Dam wordt verwezen in de kosten van de Raad van de Europese Unie alsmede in zijn eigen kosten in verband met zijn vordering tot schadevergoeding.

De Raad wordt verwezen in de kosten van Kadhaf Al Dam en in zijn eigen kosten in verband met het verzoek tot nietigverklaring.

____________

____________

1     PB C 298 van 12.10.2013.