Language of document :

Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 11 juli 2013 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Cour de cassation - Frankrijk) – Directeur général des douanes et droits indirects, Chef de l'agence de poursuites de la Direction nationale du renseignement et des enquêtes douanières/Harry Winston SARL

(Zaak C-273/12)1

[Communautair douanewetboek – Verordening (EEG) nr. 2913/92 – Artikel 206 – Ontstaan van douaneschuld – Diefstal van onder stelsel van douane-entrepots geplaatste goederen – Begrip „Onherstelbaar verlies van goederen door overmacht” – Richtlijn 2006/112/EG – Artikel 71 – Belasting over toegevoegde waarde – Belastbaar feit – Verschuldigd worden van belasting]

Procestaal: Frans

Verwijzende rechter

Cour de cassation

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partijen: Directeur général des douanes et droits indirects, Chef de l'agence de poursuites de la Direction nationale du renseignement et des enquêtes douanières

Verwerende partij: Harry Winston SARL

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing – Cour de cassation (Frankrijk) – Uitlegging van artikel 206 van verordening nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PB L 302, blz. 1) en artikel 71 van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 347, blz. 1) – Onder het stelsel van douane-entrepots geplaatste goederen – Diefstal van goederen – Begrip „onherstelbaar verlies van goederen” – Overmacht – Ontstaan van een douaneschuld bij invoer – Feit waardoor belasting over de toegevoegde waarde verschuldigd wordt

Dictum

Artikel 203, lid 1, van verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek, zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 1791/2006 van de Raad van 20 november 2006, moet aldus worden uitgelegd dat diefstal van onder het stelsel van douane-entrepots geplaatste goederen een onttrekking van deze goederen in de zin van die bepaling vormt waardoor een douaneschuld bij invoer ontstaat. Artikel 206 van die verordening kan enkel worden toegepast in gevallen waarin overeenkomstig de artikelen 202 en 204, lid 1, sub a, daarvan een douaneschuld kan ontstaan.

Artikel 71, lid 1, tweede alinea, van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde moet aldus worden uitgelegd dat diefstal van onder het stelsel van douane-entrepots geplaatste goederen tot gevolg heeft dat het belastbare feit plaatsvindt en de belasting over de toegevoegde waarde verschuldigd wordt.

____________

1 PB C 235 van 4.8.2012.