Language of document : ECLI:EU:C:2013:466

Zaak C‑273/12

Directeur général des douanes et droits indirects
en

Chef de l’agence de poursuites de la Direction nationale du renseignement et des enquêtes douanières

tegen

Harry Winston SARL

[verzoek van de Cour de cassation (Frankrijk) om een prejudiciële beslissing]

„Communautair douanewetboek – Verordening (EEG) nr. 2913/92 – Artikel 206 – Ontstaan van douaneschuld – Diefstal van onder stelsel van douane-entrepots geplaatste goederen – Begrip ,onherstelbaar verlies van goederen door overmacht’ – Richtlijn 2006/112/EG – Artikel 71 – Belasting over toegevoegde waarde – Belastbaar feit – Verschuldigd worden van belasting”

Samenvatting – Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 11 juli 2013

1.        Prejudiciële vragen – Bevoegdheid van het Hof – Identificatie van relevante elementen van het recht van de Unie

(Art. 267 VWEU)

2.        Douane-unie – Ontstaan van douaneschuld bij invoer na onttrekking van aan rechten bij invoer onderworpen goederen aan douanetoezicht – Begrip onttrekking – Diefstal van onder stelsel van douane-entrepots geplaatste goederen – Daaronder begrepen

(Verordening nr. 2913/92 van de Raad, art. 202, 203, lid 1, 204, lid 1, sub a, en 206)

3.        Harmonisatie van de belastingwetgeving – Gemeenschappelijk stelsel van belasting over toegevoegde waarde – Belastbaar feit en verschuldigdheid van belasting – invoer van goederen – Diefstal van onder stelsel van douane-entrepots geplaatste goederen – Belasting verschuldigd zodra douanerechten verschuldigd zijn

(Verordening nr. 2913/92 van de Raad, art. 203; richtlijn 2006/112 van de Raad, art. 71, lid 1, tweede alinea)

1.        Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punt 24)

2.        Artikel 203, lid 1, van verordening nr. 2913/92 tot vaststelling van het communautair douanewetboek moet aldus worden uitgelegd dat diefstal van onder het stelsel van douane-entrepots geplaatste goederen een onttrekking van deze goederen in de zin van die bepaling vormt waardoor een douaneschuld bij invoer ontstaat. Artikel 206 van die verordening kan slechts worden toegepast in gevallen waarin overeenkomstig de artikelen 202 en 204, lid 1, sub a, daarvan een douaneschuld kan ontstaan.

Het begrip onttrekking aan het douanetoezicht in artikel 203, lid 1, van verordening nr. 2913/92 moet immers aldus moet worden opgevat dat het elk handelen of nalaten omvat dat tot gevolg heeft dat de bevoegde douaneautoriteit, al is het maar tijdelijk, de toegang tot onder douanetoezicht staande goederen wordt belemmerd en de door de douaneregeling voorgeschreven controles niet kan verrichten. Dit is het geval wanneer goederen zijn gestolen die onder een schorsingsregeling waren geplaatst.

(cf. punten 29, 30, 36, dictum 1)

3.        Artikel 71, lid 1, tweede alinea, van richtlijn 2006/112 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde moet aldus worden uitgelegd dat diefstal van onder het stelsel van douane-entrepots geplaatste goederen tot gevolg heeft dat het belastbare feit plaatsvindt en de belasting over de toegevoegde waarde verschuldigd wordt.

Voor zover overeenkomstig artikel 203 van verordening nr. 2913/92 tot vaststelling van het communautair douanewetboek een douaneschuld is ontstaan op het tijdstip waarop de onder het stelsel van douane-entrepots geplaatste goederen aan het douanetoezicht zijn onttrokken, met andere woorden op het tijdstip waarop die goederen zijn gestolen, is de belasting over de toegevoegde waarde overeenkomstig artikel 71, lid 1, tweede alinea, van de richtlijn 2006/112 immers op hetzelfde tijdstip verschuldigd geworden.

(cf. punten 42, 45, dictum 2)