Language of document :

Zaak C461/14

Europese Commissie

tegen

Koninkrijk Spanje

„Niet-nakoming – Richtlijn 2009/147/EG – Behoud van de vogelstand – Specialebeschermingszones – Richtlijn 85/337/EEG – Milieueffectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten – Richtlijn 92/43/EEG – Instandhouding van de natuurlijke habitats”

Samenvatting – Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 24 november 2016

1.        Beroep wegens niet-nakoming – Voorwerp van het geschil – Vaststelling tijdens de precontentieuze procedure – Latere uitbreiding – Ontoelaatbaarheid – Nadere uiteenzetting van de grieven – Toelaatbaarheid

(Art. 258 VWEU)

2.        Beroep wegens niet-nakoming – Bewijs van de niet-nakoming – Bewijslast rustend op de Commissie – Vermoedens – Ontoelaatbaarheid – Elementen die de niet-nakoming aantonen

(Art. 258 VWEU)

3.        Milieu – Behoud van de vogelstand – Richtlijn 2009/147 – Aanwijzing als specialebeschermingszone – Verplichting van de lidstaten – Niet-nakoming – Beoordelingscriteria – Inaanmerkingneming van de inventaris van belangrijke vogelgebieden in Europa – Toelaatbaarheid

(Richtlijn 2009/147 van het Europees Parlement en de Raad, art. 4; richtlijn 79/409 van de Raad, bijlage I)

4.        Milieu – Milieueffectbeoordeling van bepaalde projecten – Richtlijn 85/337 – Verplichting voor de bevoegde instanties om de beoordeling vóór de vergunningverlening te verrichten – Omvang – Noodzaak om in de beoordeling de opname van een gebied in de inventaris van belangrijke vogelgebieden in Europa te vermelden – Geen

(Richtlijn 85/337 van de Raad, zoals gewijzigd bij richtlijn 97/11)

5.        Milieu – Behoud van de vogelstand – Richtlijn 2009/147 – Specialebeschermingsmaatregelen – Verplichtingen van de lidstaten – Gebied dat als specialebeschermingszone (SBZ) is of moet worden aangewezen – Verplichting om maatregelen te treffen ter voorkoming van vervuiling en verslechtering van de habitats – Gevolgen van de uitvoering van richtlijn 92/43 – Dualiteit van de stelsels die gelden voor gebieden die als SBZ zijn aangewezen, en voor gebieden die als SBZ moeten worden aangewezen

(Richtlijn 2009/147 van het Europees Parlement en de Raad, art. 4, lid 4; richtlijn 92/43 van de Raad, art. 6, lid 2)

6.        Milieu – Behoud van de vogelstand – Richtlijn 2009/147 – Specialebeschermingsmaatregelen – Verplichting van de lidstaten om maatregelen te nemen ter voorkoming van vervuiling en verslechtering van de habitats – Niet-nakoming – Bewijslast rustend op de Commissie – Omvang

(Richtlijn 2009/147 van het Europees Parlement en de Raad, art. 4, lid 4)

7.        Milieu – Instandhouding van de natuurlijke habitats en van de wilde flora en fauna – Richtlijn 92/43 – Specialebeschermingszones – Verplichting van de lidstaten om verslechtering van de natuurlijke habitats en van de habitats van soorten te voorkomen – Niet-nakoming – Bewijslast rustend op de Commissie – Omvang – Noodzaak om een causaal verband aan te tonen tussen een bouwproject en de verstoring van de betrokken soorten – Geen

(Richtlijn 92/43 van de Raad, art. 6, lid 2)

1.      Zie de tekst van de beslissing.

(zie punten 26, 27)

2.      Zie de tekst van de beslissing.

(zie punt 50)

3.      De inventaris van belangrijke vogelgebieden in Europa, ook al is deze niet juridisch verbindend, kan door het Hof als maatstaf worden gebruikt om te beoordelen of een lidstaat naar aantal en oppervlakte voldoende gebieden als specialebeschermingszones heeft aangewezen. Deze publicatie is een geactualiseerde inventaris van de voor het behoud van de vogelstand belangrijke gebieden in de lidstaten, die, bij gebreke van wetenschappelijk tegenbewijs, een vergelijkingsmaatstaf vormt aan de hand waarvan kan worden beoordeeld of een lidstaat naar aantal en oppervlakte voldoende specialebeschermingszones heeft aangewezen om alle in bijlage I bij richtlijn 79/409 inzake het behoud van de vogelstand genoemde vogelsoorten en de niet in die bijlage vermelde trekvogels bescherming te bieden.

(zie punten 51, 52)

4.      Geen enkele bepaling van richtlijn 85/337 betreffende de milieu-effectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten gebiedt evenwel dat in de milieueffectbeoordeling wordt vermeld dat een gebied waarop een aan een dergelijke beoordeling onderworpen project betrekking heeft, in een inventaris van belangrijke vogelgebieden in Europa voorkomt.

(zie punt 53)

5.      Zie de tekst van de beslissing.

(zie punten 70, 71)

6.      Zie de tekst van de beslissing.

(zie punten 77, 83)

7.      Een activiteit is slechts in overeenstemming met artikel 6, lid 2, van richtlijn 92/43 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna indien is gegarandeerd dat zij niet leidt tot een verstoring die significante gevolgen kan hebben voor de doelstellingen van deze richtlijn, met name de daarmee nagestreefde instandhoudingsdoelstellingen. In dit verband verplicht deze bepaling de lidstaten passende maatregelen te nemen om in de overeenkomstig lid 1 van genoemd artikel aangewezen specialebeschermingszones ervoor te zorgen dat de kwaliteit van de habitats niet verslechtert en er geen storende factoren optreden die voor de soorten waarvoor de specialebeschermingszones zijn aangewezen, van wezenlijke invloed zijn.

Met betrekking tot een project voor de aanleg van een hogesnelheidsspoorlijn hoeft de Commissie voor de vaststelling van een schending van artikel 6, lid 2, van richtlijn 92/43 geen causaal verband aan te tonen tussen die aanleg en een significante verstoring van de betrokken soorten. Het volstaat immers dat deze instelling aantoont dat dit waarschijnlijk is of dat het risico bestaat dat door die aanleg storende factoren optreden voor die soorten.

(zie punten 94, 95, 97)