Language of document :

Arrest van het Hof (Grote kamer) van 16 juli 2009 - Commissie van de Europese Gemeenschappen / Schneider Electric SA, Bondsrepubliek Duitsland, Franse Republiek

(Zaak C-440/07 P)1

[Hogere voorziening - Concentraties van ondernemingen - Verordening (EEG) nr. 4064/89 - Beschikking van Commissie waarbij concentratie onverenigbaar met gemeenschappelijke markt wordt verklaard - Nietigverklaring - Niet-contractuele aansprakelijkheid van Gemeenschap wegens vastgestelde onregelmatigheid - Voorwaarden]

Procestaal: Frans

Partijen

Rekwirante: Commissie van de Europese Gemeenschappen (vertegenwoordigers: M. Petite, F. Arbault, T. Christoforou, C.-F. Durand en R. Lyal, gemachtigden)

Andere partijen in de procedure: Schneider Electric SA (vertegenwoordigers: M. Pittie en A. Winckler, avocats), Bondsrepubliek Duitsland, Franse Republiek

Voorwerp

Hogere voorziening ingesteld tegen het arrest van het Gerecht van eerste aanleg (Vierde kamer - uitgebreid) van 11 juli 2007, Schneider Electric/Commissie (T-351/03), waarbij het Gerecht de Europese Gemeenschap heeft veroordeeld tot vergoeding van de kosten die Schneider Electric heeft gemaakt om deel te nemen aan de na de uitspraak van de arresten van het Gerecht van 22 oktober 2002, Schneider Electric/Commissie (T-310/01 en T-77/02), heropende concentratiecontroleprocedure en tot vergoeding van twee derde van de schade die Schneider Electric heeft geleden doordat zij een verlaging van de verkoopprijs van Legrand SA aan de overnemer heeft moeten verlenen in ruil voor uitstel van de effectieve verkoop van Legrand tot 10 december 2002 - Voorwaarden voor het intreden van de niet-contractuele aansprakelijkheid van de Gemeenschap - Begrippen onrechtmatige gedraging, schade en direct causaal verband tussen de onrechtmatige gedraging en de geleden schade - "Voldoende gekwalificeerde" schending van het gemeenschapsrecht in een procedure waarin wordt getoetst of een concentratie verenigbaar is met de gemeenschappelijke markt

Dictum

Het arrest van het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen van 11 juli 2007, Schneider Electric/Commissie (T-351/03), wordt vernietigd voor zover:

-    de Europese Gemeenschap hierbij is veroordeeld tot vergoeding van twee derde van de schade die Schneider Electric SA stelt te hebben geleden door de verlaging van de verkoopprijs van Legrand SA die zij aan de overnemer heeft verleend in ruil voor uitstel van de effectieve verkoop tot 10 december 2002;

-    een deskundigenonderzoek ter begroting van deze schadepost heeft gelast.

-    rente op de desbetreffende schadevergoeding heeft toegekend.

De hogere voorziening wordt afgewezen voor het overige.

Partijen zullen binnen drie maanden na de datum van uitspraak van het onderhavige arrest het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen de - in gemeen overleg overeenkomstig de in punt 216 van het onderhavige arrest aangegeven modaliteiten vast te stellen - begroting overleggen van de schade die Schneider Electric SA heeft geleden doordat zij kosten heeft gemaakt om deel te nemen aan de na de uitspraak van de arresten van het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen van 22 oktober 2002, Schneider Electric/Commissie (T-310/01 en T-77/02), heropende concentratiecontroleprocedure.

Bij gebreke van een dergelijk akkoord zullen partijen het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen binnen dezelfde termijn hun door berekeningen gestaafde conclusies doen toekomen.

Het beroep van Schneider Electric SA wordt verworpen voor het overige.

Schneider Electric SA dient naast de kosten die zijzelf in de procedure in eerste aanleg en de huidige procedure heeft gemaakt, twee derde te dragen van de kosten die de Commissie van de Europese Gemeenschappen in het kader van deze procedures heeft gemaakt.

____________

1 - PB C 22 van 26.1.2008.