Arrest van het Gerecht van 20 maart 2024 – EO / Commissie
(Zaak T-623/18)1
(„Openbare dienst – Ambtenaren – Aanwerving – Aankondiging van vergelijkend onderzoek – Algemene vergelijkende onderzoeken EPSO/AD/323/16 en EPSO/AD/324/16 – Besluit om verzoeksters naam niet op te nemen op de reservelijst – Regeling van taalgebruik – Nietigverklaring van de aankondiging van vergelijkend onderzoek – Gevolgen – Procesbelang – Immateriële schade”)
Procestaal: Engels
Partijen
Verzoekende partij: EO (vertegenwoordigers: E. Metodieva en V. Panayotov, advocaten)
Verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: D. Milanowska, L. Vernier en G. Gattinara, gemachtigden)
Voorwerp
Met haar beroep krachtens artikel 270 VWEU vordert verzoekster primair nietigverklaring van, ten eerste, het besluit van 12 december 2017 van de jury van vergelijkend onderzoek EPSO/AD/323/16 om verzoeksters naam niet op te nemen op de reservelijst die na afloop van de selectieprocedure is opgesteld, ten tweede, het besluit van 9 juli 2018 tot afwijzing van verzoeksters klacht tegen dat besluit, ten derde, de „resultaten” van deze reservelijst, en subsidiair vergoeding voor de materiële en immateriële schade die zij stelt te hebben geleden als gevolg van het feit dat haar naam niet op de reservelijst is opgenomen.
Dictum
Het besluit van de jury van algemeen vergelijkend onderzoek EPSO/AD/323/16 van 1 februari 2018 tot afwijzing van het verzoek van EO tot heronderzoek wordt nietig verklaard.
De Europese Commissie wordt veroordeeld tot betaling van het bedrag van 6 000 EUR aan EO.
Het beroep wordt verworpen voor het overige.
De Commissie wordt verwezen in de kosten.
____________
1 PB C 4 van 7.1.2019.