Language of document :

Beroep ingesteld op 26 mei 2010 - Tsakiris-Mallas / BHIM - Seven (7 Seven Fashion Shoes)

(Zaak T-244/10)

Taal van het verzoekschrift: Grieks

Partijen

Verzoekende partij: Tsakiris-Mallas A.E. (Argiroupoli Attikis, Griekenland)

Verwerende partij: Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen)

Andere partij in de procedure voor de kamer van beroep: Seven S.p.A. (Turijn, Italië)

Conclusies

de beslissing van de tweede kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (BHIM) van 22 maart 2010 in zaak R 1045/2009-2 vernietigen;

inschrijvingsaanvraag nr. 5445481 voor het gemeenschapsbeeldmerk "7Seven Fashion Shoes" inwilligen voor waren van de klassen 18 en 25, en

verweerder en de andere partij in de procedure voor de kamer van beroep verwijzen in de kosten van de procedure, daaronder begrepen die van de oppositie en het beroep bij het BHIM.

Middelen en voornaamste argumenten

Aanvrager van het gemeenschapsmerk: verzoekster

Betrokken gemeenschapsmerk: beeldmerk "7Seven Fashion Shoes" voor waren van de klassen 18 en 25 - aanvraag nr. 5445481

Houder van het oppositiemerk of -teken in de oppositieprocedure: andere partij in de procedure voor de kamer van beroep

Oppositiemerk of -teken: Italiaans beeldmerk nr. 769296 "7Seven" voor waren van de klassen 14, 16 en 18; Italiaans beeldmerk nr. 928116 "Seven" voor waren van de klassen 16 en 18

Beslissing van de oppositieafdeling: afwijzing van de oppositie

Beslissing van de kamer van beroep: vernietiging van de beslissing van de oppositieafdeling en afwijzing van de inschrijvingsaanvraag voor waren van klasse 18

Aangevoerde middelen: schending van artikel 8, lid 1, sub a en b, van verordening (EG) nr. 207/2009 van de Raad, aangezien de kamer van beroep ten onrechte heeft geoordeeld dat er gevaar voor verwarring van de betrokken tekens bestaat; schending van artikel 65, lid 2, juncto artikel 8, lid 5, van verordening nr. 207/2009, aangezien de kamer van beroep totaal niet heeft onderzocht of artikel 8, lid 5, van de verordening al dan niet moest worden toegepast.

____________