Language of document :

Beroep ingesteld op 2 april 2013 - Transworld Oil Computer Centrum e.a./Eurojust

(Zaak T-192/13)

Procestaal: Nederlands

Partijen

Verzoekende partijen: Transworld Oil Computer Centrum BV (Berg en Dal, Nederland); Transworld Payment Solutions Ltd (Bermuda); Transworld ICT Solutions Ltd (Bangalore, India); Transworld Oil USA, Inc. (Houston, Verenigde Staten van Amerika); Bermuda First Curaçao Ltd (Bermuda); en Johannes Christiaan Martinus Augustinus Maria Deuss (Bermuda) (vertegenwoordiger: T. Barkhuysen, advocaat)

Verwerende partij: Eurojust

Conclusies

De verzoekende partijen verzoeken het Gerecht:

het confirmatief besluit van Eurojust d.d. 2 februari 2013 nietig te verklaren;

Eurojust te gebieden opnieuw te beslissen op grond van het confirmatief verzoek van 31 december 2012 met inachtneming van de uitspraak van het Gerecht; en

Eurojust te veroordelen in de kosten die zijn gemaakt in verband met de behandeling van dit verzoekschrift en de kosten die zijn gemaakt in verband met het confirmatief verzoek.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van hun beroep voeren verzoekende partijen vijf middelen aan.

Eerste middel, ontleend aan het nalaten door Eurojust om alle juridische grondslagen waarop verzoekende partijen zich beroepen, te onderzoeken.

Het verzoek om informatie van 4 oktober 2012 en het confirmatief verzoek om informatie van 31 december 2013 zijn op verschillende grondslagen gebaseerd, waaronder artikel 10 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en artikelen 8, lid 2, 41, lid 2 en 42 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (PB 2010, C 83, blz. 389). Desondanks heeft Eurojust in het bestreden besluit uitsluitend beslist op grond van de regels inzake toegang tot documenten van Eurojust. De andere grondslagen waarop verzoekende partijen zich beroepen zijn door Eurojust ten onrechte buiten beschouwing gelaten.

Tweede middel, ontleend aan het onzorgvuldig tot stand komen en de gebrekkige motivatie van het confirmatief besluit

Eurojust weigert om de gevraagde informatie te verstrekken met een beroep op de uitzonderingsgrondslagen die zijn neergelegd in artikel 4, eerste lid, aanhef en onder a en b, van de regels inzake toegang tot documenten van Eurojust. Eurojust onderbouwt in het bestreden besluit echter niet, althans onvoldoende, waarom en in hoeverre deze uitzonderingen in het onderhavige geval van toepassing zouden zijn.

Derde middel, ontleend aan een foute toepassing van de uitzonderingsgronden "lopend nationaal onderzoek" en "strijd tegen ernstige criminaliteit" voorzien in artikel 4, eerste lid, onder a, van de regels inzake toegang tot documenten van Eurojust.

Verzoekende partijen hebben een redelijk en gerechtvaardigd vermoeden dat (een) vervolgingsinstantie(s) bij het strafrechtelijk (voor)onderzoek onrechtmatig heeft/hebben gehandeld. Met de bedoeling deze vermoedens nader te onderbouwen hebben zij onder meer een verzoek om informatie ingediend bij Eurojust. Eurojust stelt dat de gevraagde informatie niet kan worden verstrekt, omdat er nog een gerechtelijk vooronderzoek gaande is. Volgens verzoeksters beroept Eurojust zich ten onrechte en zonder voldoende motivatie op deze uitzonderingsgronden.

Vierde middel, ontleend aan een foute toepassing van de uitzonderingsgrond "privacy en integriteit van personen" voorzien in artikel 4, eerste lid, onder b, van de regels inzake toegang tot documenten van Eurojust.

Eurojust heeft noch gesteld, noch onderbouwd dat de gevraagde documenten persoonsgegevens van derden bevatten. Bovendien betekent het enkele feit dat een document persoonsgegevens bevat niet noodzakelijkerwijs dat de persoonlijke levenssfeer of integriteit wordt aangetast. Eventuele uitlatingen van functionarissen die niet op persoonlijke titel zijn gedaan, kunnen geen reden vormen om de verzochte informatie achter te houden.

Voor zover de integriteit en privacy van personen in het geding zijn, had Eurojust moeten onderzoeken of en hoe de gevraagde documenten - zo nodig geanonimiseerd of gedeeltelijk - alsnog kunnen worden verstrekt. Ook dit heeft Eurojust ten onrechte niet gedaan.

Vijfde middel, ontleend aan een foute toepassing van de uitzonderingsgrond "volgen van de van toepassing zijnde regels met betrekking tot professionele geheimhouding" voorzien in artikel 4, eerste lid, onder a, van de regels inzake toegang tot documenten van Eurojust.

Het beroep op deze uitzonderingsgrond is niet gemotiveerd. Het is voor verzoekende partijen niet kenbaar welke geheimhoudingsregels hier van toepassing zouden zijn en zij betwisten dat er geheimhoudingsregels gelden die het verstrekken van de gevraagde documenten verhinderen.

____________