Language of document :

Beroep ingesteld op 3 februari 2006 - Tolios e.a. tegen Rekenkamer

(Zaak F-8/06)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekers: Iraklis Tolios (Parijs, Frankrijk), François Muller (Straatsburg, Frankrijk) en Odette Perron (La Rochelle, Frankrijk) [vertegenwoordigers: G. Vandersanden en L. Levi, advocaten]

Verweerster: Europese Rekenkamer

Conclusies van verzoekers

ontvankelijk- en gegrondverklaring van het beroep, met inbegrip van de daarin opgeworpen exceptie van onwettigheid;

bijgevolg, nietigverklaring van verzoekers' pensioenafrekeningen over maart 2005 en toepassing van een aanpassingscoëfficiënt die overeenkomt met de hoofdstad van het land waar zij hun verblijfplaats hebben, althans van een aanpassingscoëfficiënt die op passende wijze de verschillen in kosten van levensonderhoud in de plaatsen waar verzoekers worden geacht hun uitgaven te doen, tot uitdrukking brengt en dus aan het gelijkwaardigheidsbeginsel voldoet;

verwijzing van verweerster in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Alle verzoekers in deze zaak zijn vóór 1 mei 2004 gepensioneerde ambtenaren. Zij komen op tegen de overgangsregeling die in afwachting van de afschaffing van de aanpassingscoëfficiënten is ingevoerd bij verordening (EG, Euratom) nr. 723/2004 van de Raad van 22 maart 2004 tot wijziging van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen en van de regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden van deze Gemeenschappen,1 voorzover deze regeling is gebaseerd op een nieuwe berekening van de aanpassingscoëfficiënten voor pensioenen, die niet meer uitgaat van de hoofdstad, maar van de gemiddelde kosten van levensonderhoud in de lidstaat waar de pensioengerechtigde heeft aangetoond zijn hoofdverblijfplaats te hebben.

Tot staving van hun vordering voeren verzoekers om te beginnen aan dat de aangehaalde verordening berust op een onjuiste motivering, voorzover noch de voortgaande integratie binnen de Gemeenschap, noch de vrijheid van verkeer en verblijf, en evenmin de moeilijkheid om de feitelijke woonplaats van gepensioneerden te controleren als grondslag voor de betrokken overgangsregeling kan gelden.

Verzoekers stellen in casu verder schending van de beginselen van gelijke behandeling, rechtszekerheid, terugwerkende kracht van verworven rechten en de bescherming van het gewettigd vertrouwen.

____________

1 - PB L 124, van 27.4.2004, blz. 1.