Language of document :

Beroep ingesteld op 12 maart 2024 – AlfaStrakhovanie/Raad

(Zaak T-150/24)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: AlfaStrakhovanie (Moskou, Rusland) (vertegenwoordiger: A. Genko, advocaat)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie

Conclusies

Verzoekster verzoekt het Gerecht:

verordening (EU) nr. 269/2014 van de Raad van 17 maart 20141 , zoals op 18 december 2023 gewijzigd bij uitvoeringsverordening (EU) 2023/28752 , nietig te verklaren voor zover deze verordening betrekking heeft op verzoekster en haar onder nr. 270 toe voegt aan de lijst van entiteiten waaraan sancties worden opgelegd;

besluit 2014/145/GBVB van de Raad van 17 maart 20141 , zoals op 18 december 2023 gewijzigd bij besluit (GBVB) 2023/28712 van de Raad, nietig te verklaren voor zover het betrekking heeft op verzoekster en haar onder nr. 270 toevoegt aan de lijst van entiteiten waaraan sancties worden opgelegd;

de Raad te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekster zeven middelen aan.

Eerste middel: schending van de motiveringsplicht doordat de Raad geen individuele, specifieke en concrete redenen heeft aangevoerd op grond waarvan verzoekster kan worden gekwalificeerd volgens de criteria die op haar zijn toegepast.

Tweede middel: onjuiste beoordeling aangezien de motivering onjuiste beweringen bevat en het bewijsdossier geen feiten bevat die de opname van verzoekster op een lijst van aan sancties onderworpen personen rechtvaardigen.

Derde middel: schending van de grondrechten, waaronder het recht op eigendom en de vrijheid van ondernemerschap, en van het evenredigheidsbeginsel omdat er sprake is van onevenredige gevolgen voor derden en met de sancties de met verordening nr. 269/2014 nagestreefde doelstellingen niet kunnen worden bereikt.

Vierde middel: schending van het non-discriminatiebeginsel omdat er sprake is van onevenredige gevolgen voor derden en de met verordening nr. 269/2014 nagestreefde doelstellingen niet kunnen worden bereikt.

Vijfde middel: mogelijkheid om andere maatregelen te nemen die minder beperkend zijn dan de betrokken maatregelen.

Zesde middel: incidentele exceptie van onwettigheid van het criterium van artikel 3, lid 1, onder f), van verordening nr. 269/2014 omdat er geen sprake is van een toereikend verband tussen het criterium en het nagestreefde doel en omdat de fundamentele beginselen van de Unie en met name de beginselen van gelijkheid en non-discriminatie worden geschonden.

Zevende middel: schending van vormvoorschriften doordat de Raad de personen op wie de beperkende maatregelen van toepassing zijn, niet correct heeft kunnen identificeren.

____________

1 Verordening betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen (PB 2014, L 78, blz. 6).

1 Uitvoeringsverordening van de Raad van 18 december 2023 tot uitvoering van verordening (EU) nr. 269/2014 betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen (PB L, 2023/2875).

1 Besluit betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen (PB 2014, L 78, blz. 16).

1 Besluit van 18 december 2023 tot wijziging van besluit 2014/145/GBVB betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen (PB L, 2023/2871).