Language of document : ECLI:EU:T:2013:296





Beschikking van de president van het Gerecht van 5 juni 2013 – Rubinum/Commissie

(Zaak T‑201/13 R)

„Kort geding – Vergunning voor toevoegingsmiddelen voor diervoeding – Verordening tot schorsing van vergunningen voor preparaat van Bacillus cereus var. toyoi – Verzoek tot opschorting van tenuitvoerlegging – Spoedeisendheid – Belangenafweging”

1.                     Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Voorlopige maatregelen – Voorwaarden voor toekenning – Fumus boni juris – Spoedeisendheid – Ernstige en onherstelbare schade – Cumulatieve voorwaarden – Afweging van alle betrokken belangen – Volgorde van onderzoek en wijze van toetsing – Beoordelingsvrijheid van rechter in kort geding (Art. 256, lid 1, VWEU, 278 VWEU en 279 VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 104, lid 2) (cf. punten 13‑16)

2.                     Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Voorwaarden voor toekenning – Spoedeisendheid – Ernstige en onherstelbare schade – Bewijslast – Financiële schade – Situatie waarin voortbestaan van verzoekende vennootschap in gevaar komt – Beoordeling met inachtneming van situatie van groep waartoe zij behoort (Art. 278 VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 104, lid 2) (cf. punten 25‑28, 36, 37, 39, 45)

3.                     Kort geding – Voorwaarden voor ontvankelijkheid – Verzoekschrift – Vormvereisten – Uiteenzetting van middelen op grond waarvan toekenning van gevorderde maatregelen aanvankelijk gerechtvaardigd voorkomt – Indiening van aanvullende memorie om gebreken te verhelpen – Onverenigbaarheid met kortgedingprocedure (Art. 278 VWEU en 279 VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 104, lid 2, en 109) (cf. punten 29, 30, 36)

4.                     Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Voorwaarden voor toekenning – Spoedeisendheid – Ernstige en onherstelbare schade – Financiële schade – Beschikking tot intrekking van vergunning in strikt gereglementeerde sector – Risico dat normaliter moet worden gedragen door onderneming die in die sector actief is – Geen ernstige schade (Art. 278 VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 104, lid 2) (cf. punten 42‑44)

5.                     Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Voorwaarden voor toekenning – Spoedeisendheid – Ernstige en onherstelbare schade – Bewijslast – Ontstaan van schade afhankelijk van toekomstige en onzekere gebeurtenissen – Geen spoedeisendheid (Art. 278 VWEU) (cf. punten 46, 47)

6.                     Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Voorwaarden voor toekenning – Ernstige en onherstelbare schade – Financiële schade – Schade die achteraf kan worden vergoed of waarvoor beroep tot schadevergoeding kan worden ingesteld – Schade die niet als onherstelbaar kan worden aangemerkt (Art. 268 VWEU, 278 VWEU en 340 VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 104, lid 2) (cf. punten 49, 50)

7.                     Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Voorwaarden voor toekenning – Spoedeisendheid – Morele schade die in kort geding niet beter kan worden hersteld dan in hoofdzaak (Art. 278 VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 104, lid 2) (cf. punten 53, 54)

8.                     Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Voorwaarden voor toekenning – Afweging van alle betrokken belangen – Voorrang van bescherming van volksgezondheid boven economische overwegingen – Inaanmerkingneming van voorzorgsbeginsel (Art. 278 VWEU) (cf. punten 59‑61)

Voorwerp

Verzoek tot opschorting van de tenuitvoerlegging van uitvoeringsverordening (EU) nr. 288/2013 van de Commissie van 25 maart 2013 tot schorsing van de vergunningen voor het preparaat van Bacillus cereus var. toyoi (NCIMB 40112/CNCM I-1012) overeenkomstig de verordeningen (EG) nr. 256/2002, (EG) nr. 1453/2004, (EG) nr. 255/2005, (EG) nr. 1200/2005, (EG) nr. 166/2008 en (EG) nr. 378/2009 (PB L 86, blz. 15)

Dictum

1)

Het verzoek in kort geding wordt afgewezen.

2)

De beschikking van 15 april 2013, Rubinum/Commissie (T‑201/13 R) wordt ingetrokken.

3)

De beslissing over de kosten wordt aangehouden.