Language of document : ECLI:EU:T:2015:16

Zaak T‑197/13

Marques de l’État de Monaco (MEM)

tegen

Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt
(merken, tekeningen en modellen) (BHIM)

„Gemeenschapsmerk – Internationale inschrijving met aanduiding van de Europese Gemeenschap – Woordmerk MONACO – Absolute weigeringsgronden – Beschrijvend karakter – Ontbreken van onderscheidend vermogen – Artikelen 151, lid 1, en 154, lid 1, van verordening (EG) nr. 207/2009 – Artikel 7, lid 1, onder b) en c), en lid 2, van verordening nr. 207/2009 – Gedeeltelijke weigering van bescherming”

Samenvatting – Arrest van het Gerecht (Achtste kamer) van 15 januari 2015

1.      Gemeenschapsmerk – Procedurevoorschriften – Motivering van de beslissingen – Artikel 75, eerste volzin, van verordening nr. 207/2009 – Identieke strekking als artikel 296 VWEU

(Art. 296 VWEU; verordening nr. 207/2009 van de Raad, art. 75, eerste volzin)

2.      Gemeenschapsmerk – Definitie en verkrijging van het gemeenschapsmerk – Houders van gemeenschapsmerken – Personele werkingssfeer – Derde land als subject van internationaal recht en op grondgebied ervan gevestigde vennootschap – Daaronder begrepen

(Verordening nr. 207/2009 van de Raad, art. 5)

3.      Prejudiciële vragen – Voorlegging aan het Hof – Vragen voorgelegd in het kader van een beroep tot vernietiging voor het Gerecht – Niet-ontvankelijkheid

(Art. 256 VWEU en 267 VWEU; Statuut van het Hof, art. 51 en 54, tweede alinea; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 112)

4.      Gemeenschapsmerk – Definitie en verkrijging van het gemeenschapsmerk – Absolute weigeringsgronden – Merken uitsluitend bestaande uit tekens of aanduidingen die kunnen dienen tot aanduiding van de kenmerken van een waar of dienst – Beoordeling van het beschrijvende karakter van een teken – Geografische benamingen

[Verordening nr. 207/2009 van de Raad, art. 7, lid 1, onder c)]

5.      Gemeenschapsmerk – Definitie en verkrijging van het gemeenschapsmerk – Absolute weigeringsgronden – Merken uitsluitend bestaande uit tekens of aanduidingen die kunnen dienen tot aanduiding van de kenmerken van een waar of dienst – Merken zonder onderscheidend vermogen – Woordmerk MONACO

[Verordening nr. 207/2009 van de Raad, art. 7, lid 1, onder b) en c)]

6.      Gemeenschapsmerk – Beslissingen van het Bureau – Beginsel van gelijke behandeling – Beginsel van behoorlijk bestuur – Eerdere beslissingspraktijk van het Bureau – Rechtmatigheidsbeginsel

1.      Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punten 16, 19)

2.      Uit de bewoordingen van artikel 5 van verordening nr. 207/2009 inzake het gemeenschapsmerk, dat de personele werkingssfeer van die verordening regelt, volgt dat elke rechtspersoon, met inbegrip van publiekrechtelijke lichamen, kan verzoeken om bescherming van een gemeenschapsmerk. Dit is dus het geval voor een in een derde land gevestigde vennootschap, maar eveneens voor die Staat zelf, die als subject van internationaal recht toch een publiekrechtelijke rechtspersoon in de zin van het Unierecht uitmaakt.

Daaruit volgt dat een derde land, wanneer het bij monde van zijn regering heeft verzocht om de Unie aan te wijzen voor de internationale inschrijving van een merk, zich binnen de werkingssfeer van verordening nr. 207/2009 heeft begeven en dientengevolge kon stuiten op één van de absolute weigeringsgronden van artikel 7 van die verordening. In een dergelijke situatie wordt de werkingssfeer van het Unierecht dus niet uitgebreid naar het grondgebied van het derde land, maar heeft dat derde land vrijwillig beslist om zich aan dat recht te onderwerpen.

(cf. punten 30‑32)

3.      Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punten 37‑40)

4.      Voor tekens of benamingen die kunnen dienen tot aanduiding van de plaats van herkomst of bestemming van categorieën van waren of de plaats van het verrichten van categorieën van diensten waarvoor is verzocht om bescherming, inzonderheid geografische benamingen, vereist het algemeen belang dat zij beschikbaar blijven, in het bijzonder wegens hun vermogen om niet alleen de kwaliteit en andere eigenschappen van de betrokken categorieën van waren of diensten in voorkomend geval aan te duiden, maar ook anderszins de voorkeur van de consumenten te beïnvloeden, bijvoorbeeld door een verband te leggen tussen de waren of diensten en een plaats met een positieve gevoelswaarde.

Voorts is het verboden enerzijds geografische benamingen als merk in te schrijven, wanneer zij bepaalde plaatsen aanduiden die voor de betrokken categorie van waren of diensten reeds beroemd of bekend zijn, en die derhalve in de opvatting van de betrokken kringen met die categorie in verband worden gebracht, en anderzijds geografische benamingen in te schrijven die door ondernemingen kunnen worden gebruikt en voor hen beschikbaar moeten blijven als aanduidingen van de plaats van herkomst van de betrokken categorie van waren of diensten. Evenwel zij erop gewezen dat artikel 7, lid 1, onder c), van verordening nr. 207/2009 inzake het gemeenschapsmerk zich in beginsel niet verzet tegen de inschrijving van geografische benamingen die in de betrokken kringen niet, of althans niet als aanduiding van een plaats, bekend zijn, noch tegen de inschrijving van benamingen waarvan het, gelet op de kenmerken van de aangeduide plaats, niet waarschijnlijk is dat de betrokken kringen kunnen aannemen dat de betrokken categorie van waren of diensten uit deze plaats afkomstig is of daar wordt geconcipieerd.

Gelet op al het voorgaande kan het beschrijvende karakter van een teken slechts worden beoordeeld met betrekking tot enerzijds de betrokken waren of diensten en anderzijds de wijze waarop het relevante publiek het teken opvat. Bij deze beoordeling moet het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) bewijzen dat de geografische benaming in de betrokken kringen bekend is als plaatsaanduiding. Bovendien moet de betrokken benaming thans in de opvatting van de betrokken kringen met de categorie van de betrokken waren of diensten in verband worden gebracht of moet redelijkerwijze te verwachten zijn dat deze benaming in de opvatting van dat publiek de plaats van herkomst van deze categorie van waren of diensten kan aanduiden. Bij dit onderzoek moet meer in het bijzonder in aanmerking worden genomen in welke mate de betrokken kringen bekend zijn met de betrokken geografische benaming alsmede met de kenmerken van de daardoor aangeduide plaats en van de betrokken categorie van waren of diensten.

(cf. punten 47‑51)

5.      Uit het oogpunt van het relevante publiek, bestaande uit zowel de gemiddelde consument als het gespecialiseerde publiek van de Unie, beschrijft het woordteken „MONACO”, waarvan inschrijving is aangevraagd voor „Magnetische gegevensdragers”, „Hieruit [papier, karton] vervaardigde producten, voor zover niet begrepen in andere klassen; drukwerken; foto’s”, „Transport; organisatie van reizen”, „Ontspanning; sportieve activiteiten” en „Tijdelijke huisvesting”, die respectievelijk vallen onder de klassen 9, 16, 39, 41 en 43 van de Overeenkomst van Nice, de in de gemeenschapsmerkaanvraag vermelde waren in de zin van artikel 7, lid 1, onder c), van verordening nr. 207/2009 inzake het gemeenschapsmerk, aangezien het bewijs is geleverd van een voldoende rechtstreeks en concreet verband tussen elk van de betrokken waren en diensten en het betrokken teken om te oordelen dat de term „monaco” in de handel kon dienen tot aanduiding van de plaats van herkomst of bestemming van de waren of van de plaats van het verrichten van diensten.

Het staat immers vast dat de term „monaco” overeenkomt met de naam van een vorstendom dat, ondanks zijn oppervlakte van slechts ongeveer 2 km2 en een bevolking van niet meer dan 40 000 inwoners, wereldwijd bekend is, niet in het minst vanwege de bekendheid van zijn vorstenhuis, de organisatie van een grand prix formule 1 en een circusfestival. Het Vorstendom Monaco geniet bij de burgers van de Unie nog meer bekendheid omdat het grenst aan een lidstaat, Frankrijk, in de buurt ligt van een andere lidstaat, Italië, en dezelfde munteenheid heeft als 19 van de 28 lidstaten, de euro. Bijgevolg doet de term „monaco”, ongeacht de taal die het relevante publiek spreekt, denken aan het gelijknamige geografische gebied.

Voorts mist een woordmerk dat kenmerken van waren of diensten beschrijft in de zin van artikel 7, lid 1, onder c), van verordening nr. 207/2009, om die reden noodzakelijkerwijs elk onderscheidend vermogen voor deze waren of diensten in de zin van artikel 7, lid 1, onder b), van die verordening. Bijgevolg kan het betrokken teken niet beschikken over onderscheidend vermogen in de zin van artikel 7, lid 1, onder b), van verordening nr. 207/2009 en dus evenmin in de zin van artikel 7, lid 2, ervan.

(cf. punten 52, 53, 55, 58, 67, 68)

6.      Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punt 59)