Language of document :

Beroep ingesteld op 10 april 2012 - CHEMK en KF/Raad

(Zaak T-169/12)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partijen: Chelyabinsk electrometallurgical integrated plant OAO (CHEMK) (Chelyabinsk, Rusland) en Kuzneckie ferrosplavy OAO (KF) (Novokuznetsk, Rusland) (vertegenwoordiger: B. Evtimov, advocaat)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie

Conclusies

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 60/2012 van de Raad van 16 januari 2012 tot beëindiging van het gedeeltelijke tussentijdse nieuwe onderzoek krachtens artikel 11, lid 3, van verordening (EG) nr. 1225/2009, betreffende de antidumpingrechten op ferrosilicium van oorsprong uit onder meer Rusland (PB L 22, blz. 1) nietig verklaren, voor zover deze betrekking heeft op verzoeksters; en

verweerder verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van hun beroep voeren verzoeksters drie middelen aan.

Eerste middel:

De instellingen hebben inbreuk gemaakt op artikel 11, lid 9 juncto artikel 2, lid 12, van de "basisverordening" door de hoogte van verzoeksters' dumpingmarge niet vast te stellen. Voorts, of subsidiair, hebben de instellingen blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting en de grenzen van hun beoordelingsvrijheid overschreden in het kader van hun bevoegdheid tot prospectieve beoordeling uit hoofde van artikel 11, lid 3, door toe te staan dat de vaststellingen in verband met de blijvende aard van de gewijzigde omstandigheden de vaststellingen inzake dumping omvatten, waardoor de vaststellingen betreffende de gewijzigde dumpingmarge in het tussentijdse nieuwe onderzoek hun geldigheid verliezen en de analyse van de voortzetting van de dumping zodanig wordt uitgebreid dat zij de vaststellingen betreffende de dumpingmarge omvat/aantast. Ten slotte hebben de instellingen inbreuk gemaakt op verzoeksters' rechten van verdediging met betrekking tot dumping doordat zij weigeren verzoeksters inzage te verlenen in hun definitieve berekening van de dumping.

Tweede middel:

De instellingen hebben een kennelijke beoordelingsfout gemaakt waar zij tot de conclusie zijn gekomen dat op verzoeksters' uitvoerprijs een correctie moest worden toegepast voor VAA-kosten en voor de winst van RFAI, en, daarmee verband houdend, hebben vastgesteld dat verzoeksters en RFAI geen economische eenheid vormden.

Derde middel:

De instellingen hebben inbreuk gemaakt op artikel 11, lid 3, derde alinea, en/of hebben kennelijke beoordelingsfouten gemaakt waar zij tot de conclusie zijn gekomen dat de omstandigheden met betrekking tot verzoeksters' verlaagde dumpingmarge niet blijvend waren gewijzigd.

____________

1 - Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (PB L 343, blz. 51).