Language of document :

Mededeling in het PB

 

Beroep, op 29 juli 2004 ingesteld door European Dynamics SA tegen Commissie van Europese Gemeenschappen

(Zaak T-303/04)

Procestaal: Engels

Bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen is op 29 juli 2004 beroep ingesteld tegen de Commissie van de Europese Gemeenschappen door European Dynamics SA, gevestigd te Athene (Griekenland), vertegenwoordigd door S. Pappas, advocaat.

Verzoekster concludeert dat het het Gerecht behage:

-    de opzegging door de Commissie van de overeenkomst 2003/S249-221337 ESP-DIMA nietig te verklaren;

-    de oproep tot inschrijving van de Commissie PO/2003/192 (ESP-DIMA) nietig te verklaren;

-    de beschikking van de Commissie van 4 juni 2004, waarbij de offerte van het concern van European Dynamics slechts als tweede uit de bus is gekomen, nietig te verklaren;

-    de beschikking van de Commissie van 14 juli 2004, waarbij verzoeksters beroepen tegen de gunning van de opdracht zijn afgewezen, nietig te verklaren;

-    de Commissie te veroordelen tot betaling van alle door European Dynamic in verband met dit verzoekschrift gemaakte juridische en andere onkosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoekster maakt deel uit van een concern waaraan de opdracht tot dienstverlening als provider van ESP Lot 5, webapplicaties, was gegund. De opdracht voor ESP Lot 4, Data/Information management applicaties werd aan een ander concern gegund.

Volgens verzoekster is de in het onderhavige verzoekschrift bestreden aanbestedingsprocedure ESP-DIMA op de onjuiste veronderstelling gebaseerd dat het verrichten van diensten voor data en information management een nieuwe markt is en dat het gebruik van ESP Lot 4 alle verwachtingen had overtroffen. Verzoekster betoogt dat de Commissie ten onrechte werkzaamheden heeft ondergebracht bij ESP Lot 4 die eigenlijk deel hadden moeten uitmaken van ESP Lot 5. Dit heeft er volgens haar toe geleid, dat de Commissie de begrotingsraming voor ESP Lot 4 moest verhogen en een nieuwe inschrijving voor ESP-DIMA moest organiseren, terwijl de begroting voor ESP Lot 5 deels onbenut bleef.

Verzoekster betoogt verder nog, dat de Commissie een wezenlijk vormvoorschrift heeft geschonden doordat ten minste een van de leden van het beoordelingscomité van de bestreden aanbestedingsprocedure een belangenconflict met verzoekster had.

Tot slot acht verzoekster het feit dat zij in de rangorde van de inschrijvingen voor ESP-DIMA op de tweede plaats is beland, niet genoegzaam gemotiveerd. Zij stelt eveneens, dat de Commissie inzage in het beoordelingsverslag heeft geweigerd.

____________