Language of document :

Beroep ingesteld op 10 februari 2012 - Sina Bank / Raad

(Zaak T-67/12)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Sina Bank (Teheran, Iran) (vertegenwoordigers: B. Mettetal en C. Wucher-North, advocaten)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie

Conclusies

punt 8 van tabel B in bijlage VIII bij verordening (EU) nr. 961/2010, zoals gewijzigd, als vermeld in de bijlage bij uitvoeringsverordening nr. 1245/2011 van de Raad2, nietig verklaren, voor zover het verzoekster betreft;

punt 8 van tabel B in bijlage II bij besluit 2010/413/GBVB van de Raad, zoals gewijzigd, als vermeld in de bijlage bij besluit 2011/783/GBVB van de Raad, nietig verklaren, voor zover het verzoekster betreft;

artikel 16, lid 2, van verordening (EU) nr. 961/2010, dat bij verordening nr. 1245/2011 is uitgevoerd, nietig verklaren, voor zover het verzoekster betreft;

artikel 19, lid 1, sub b, van besluit 2010/413/GBVB, dat bij besluit 2011/783/GBVB is gewijzigd, nietig verklaren, voor zover het verzoekster betreft,

het bij brief meegedeelde besluit van 5 december 2011 nietig verklaren, en

verweerder verwijzen in de kosten van het onderhavige beroep.

Middelen en voornaamste argumenten

Tot staving van haar beroep voert verzoekster vier middelen aan.

Eerste middel:

verzoekster heeft geen banden met "Daftar" en draagt niet bij aan de financiering van de zogenaamde strategische belangen van het "regime" of aan zijn vermeende kernprogramma. Derhalve is in verzoeksters geval niet voldaan aan de inhoudelijke criteria van besluit 2010/413/GBVB op grond waarvan een persoon op een lijst kan worden geplaatst, die bij besluit 2011/783/GBVB zijn gewijzigd en waar de Raad zich op steunt om verzoeksters naam op deze lijsten te laten staan, zodat de Raad op kennelijk onjuiste wijze heeft beoordeeld of deze criteria waren nageleefd. Bovendien heeft de Raad de relevante test onjuist uitgevoerd.

Tweede middel:

de plaatsing van verzoekster op de lijst is in strijd met het fundamentele beginsel van gelijke behandeling.

Derde middel:

door verzoeksters naam op de lijst te laten staan, heeft de Raad niet voldaan aan de procedurele motiveringsvereisten van besluit 2010/413/GBVB, zoals gewijzigd bij besluit 2011/783/GBVB en uitgevoerd bij verordening nr. 1245/2011 en op basis waarvan verzoeksters naam op de lijst is gehandhaafd, en heeft hij de rechten van de verdediging en het recht op een daadwerkelijke rechterlijke bescherming geschonden.

Vierde middel:

de plaatsing van verzoekster op de lijst is in strijd met verzoeksters eigendomsrecht en het evenredigheidsbeginsel.

____________

1 - Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1245/2011 van de Raad van 1 december 2011 houdende uitvoering van verordening (EU) nr. 961/2010 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran (PB L 319 van 2.12.2011, blz. 11).

2 - Besluit 2011/783/GBVB van de Raad van 1 december 2011 houdende wijziging van besluit 2010/413/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran (PB L 319 van 2.12.2011, blz. 71).