Language of document : ECLI:EU:T:2010:448





Beschikking van de president van het Gerecht van 25 oktober 2010 – Inuit Tapiriit Kanatami e.a./Parlement en Raad

(Zaak T‑18/10 R II)

„Kort geding – Verordening (EG) nr. 1007/2009 – Handel in zeehondenproducten – Invoer‑ en verkoopverbod – Uitzondering voor Eskimogemeenschappen – Ander verzoek tot opschorting van tenuitvoerlegging – Nieuwe feiten – Geen spoedeisendheid”

1.                     Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Afwijzing van verzoek – Mogelijkheid om nieuw verzoek in te dienen – Voorwaarde – Nieuwe feiten – Begrip – Voorwaarde voor toekenning van voorlopige maatregel – Nieuwe feiten die beoordelingen op basis waarvan eerste verzoek is afgewezen, opnieuw ter discussie kunnen stellen (Art. 278 VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 109) (cf. punten 17‑19, 22)

2.                     Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Voorwaarden voor toekenning – Spoedeisendheid – Ernstige en onherstelbare schade – Schade die algemene economische sector kan raken – Beroep dat niet door publiekrechtelijke persoon maar door particulieren is ingesteld – Verplichting om individuele schade aan te voeren (Art. 278 VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 104, lid 2) (cf. punten 52‑54, 59, 61‑62)

3.                     Kort geding – Voorwaarden voor ontvankelijkheid – Verzoekschrift – Vormvereisten – Uiteenzetting van middelen op grond waarvan toekenning van gevorderde maatregelen aanvankelijk gerechtvaardigd voorkomt (Art. 278 VWEU en 279 VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 104, lid 2 en 3) (cf. punten 63‑64)

4.                     Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Voorwaarden voor toekenning – Spoedeisendheid – Ernstige en onherstelbare schade – Bewijslast – Financiële schade – Onherstelbare wijziging van marktaandelen – Daaronder begrepen – Voorwaarden – Beoordeling met inachtneming van omvang van onderneming en van situatie van groep waartoe zij behoort (Art. 278 VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 104, lid 2) (cf. punt 68)

5.                     Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Voorwaarden voor toekenning – Spoedeisendheid – Ernstige en onherstelbare schade – Financiële schade – Situatie waarin voortbestaan van verzoekende vennootschap in gevaar komt – Beoordeling met inachtneming van situatie van groep waartoe zij behoort – Toepassing op verhouding tussen vereniging zonder winstoogmerk en haar leden – Toelaatbaarheid – Voorwaarden (Art. 278 VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 104, lid 2) (cf. punt 70)

6.                     Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Voorlopige maatregelen – Voorwaarden voor toekenning – Spoedeisendheid – Ernstige en onherstelbare schade – Onmogelijkheid voor Eskimovolk om zijn economische activiteiten voort te zetten wegens bij verordening nr. 1007/2009 ingevoerd verbod op handel in zeehondenproducten – Uitvoeringsverordening die voorziet in uitzondering op dit verbod in voordeel van Eskimogemeenschappen – Geen bewijs dat deze uitvoeringsverordening onbruikbaar is – Ontstaan van schade afhankelijk van toekomstige en onzekere gebeurtenissen – Geen spoedeisendheid (Art. 278 VWEU en 279 VWEU; verordening nr. 1007/2009 van het Europees Parlement en de Raad; verordening nr. 737/2010 van de Commissie) (cf. punten 84‑90)

Voorwerp

Verzoek tot opschorting van de tenuitvoerlegging van verordening (EG) nr. 1007/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 betreffende de handel in zeehondenproducten (PB L 286, blz. 36)

Dictum

1)

Het verzoek in kort geding wordt afgewezen.

2)

De beschikking van de president van het Gerecht van 19 augustus 2010, Inuit Tapiriit Kanatami e.a. / Parlement en Raad (T‑18/10 R II, niet gepubliceerd in de Jurisprudentie) wordt ingetrokken.

3)

De beslissing omtrent de kosten wordt aangehouden.