Language of document :

Beroep ingesteld op 19 januari 2010 - Steinberg / Commissie

(Zaak T-17/10)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Gerald Steinberg (Jeruzalem, Israël) (vertegenwoordiger: T. Asserson, advocaat)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

het bestreden besluit nietig verklaren;

binnen 15 dagen toegang verlenen tot alle in het verzoekschrift gespecificeerde documenten;

de verwerende partij verwijzen in de kosten;

elke andere dienstig geachte maatregel gelasten.

Middelen en voornaamste argumenten

Met het onderhavige beroep vordert verzoeker nietigverklaring van het besluit van de Commissie van 15 mei 2009, waarvan hem op 22 november 2009 kennis is gegeven, houdende gedeeltelijke afwijzing van zijn verzoek op grond van verordening nr. 1049/20011 om toegang tot documenten in verband met financieringsbesluiten voor subsidies aan Israëlische en Palestijnse non-gouvernementele organisaties in de loop van de afgelopen drie jaar in het kader van de programma's "Partnerschap voor de Vrede" en "Europees instrument voor democratie en mensenrechten" (EIDHR).

Verzoeker steunt zijn beroep op vier middelen.

In de eerste plaats heeft verweerster in strijd met artikel 2 van verordening nr. 1049/2001 gehandeld door geen toegang tot de gevraagde documenten te verlenen.

In de tweede plaats heeft verweerster met haar weigering van volledige toegang tot de gevraagde documenten gehandeld in strijd met artikel 4 van verordening nr. 1049/2001, nu zijn verzoek niet valt onder een van de uitzonderingen waarin dit artikel voorziet. Ook al zouden die uitzonderingen voor zijn verzoek gelden - quod non - dan nog zou het recht op toegang van maatschappelijke organisaties tot de gevraagde documenten moeten worden beschouwd als "hoger openbaar belang dat openbaarmaking gebiedt".

In de derde plaats is er sprake van strijd met artikel 7 van verordening nr. 1049/2001 nu verweerster bijna 6 maanden lang de tijd heeft genomen voor een antwoord op zijn confirmatief verzoek, hoewel zij volgens de verordening had moeten antwoorden binnen 15 werkdagen na het verzoek.

In de vierde plaats heeft verweerster het verzoek niet "onmiddellijk" onderzocht en dus gehandeld in strijd met artikel 8 van verordening nr. 1049/2001.

____________

1 - Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145, blz. 43).