Mededeling in het PB
Beroep, op 28 oktober 2002 ingesteld door de vennootschap "Typopoiitiria Thivas A.E. ( Viomichania Syskevasias Typopoiisis kai Syntirisis Agrotikon Proïonton" tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen
(Zaak T-334/02)
Procestaal: Grieks
Bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen is op 28 oktober 2002 beroep ingesteld tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen door de vennootschap "Typopoiitiria Thivas A.E. ( Viomichania Syskevasias Typopoiisis kai Syntirisis Agrotikon Proïonton", gevestigd te Athene, vertegenwoordigd door I. Stamoulis, advocaat te Athene, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg.
Verzoekster concludeert dat het het Gerecht behage:
(het onderhavige beroep tegen het verzuim van de Europese Commissie om tot intrekking van de financiële bijstand over te gaan, ontvankelijk te verklaren;
(de Europese Commissie te veroordelen om tot intrekking van de communautaire financiële bijstand over te gaan;
(de Europese Commissie in de kosten te verwijzen.
Middelen en voornaamste argumenten
Verzoekster ( een naamloze vennootschap met zetel te Athene, die zich bezighoudt met de productie, de verpakking, de standaardisering, de conservering en de verkoop van landbouwproducten ( is opgericht op grond van een verbeteringsplan, opgesteld op grond van de verordeningen (EEG) nrs. 355/77 en 866/90, wat de cofinanciering ervan door de Europese Gemeenschap en de Griekse Staat betreft.
Verzoekster betoogt, dat zij na een marktcontrole door de Griekse autoriteiten in een ernstige economische situatie is verzeild, en dat haar werking problematisch is geworden.
Met haar beroep verwijt verzoekster de Commissie haar stilzitten en haar vertragingstaktiek, aangezien verweerster, ondanks herhaalde aanmaningen en stappen bij verschillende communautaire instanties, heeft verzuimd:
( de communautaire financiële bijstand op grond van artikel 23 van verordening (EEG) nr. 4253/81 (
1) in te trekken;
( tegen de Helleense Republiek de procedure van artikel 226 EG wegens schending van het gemeenschapsrecht in te leiden.
In dit verband beroept verzoekster zich op schending van verordening nr. 4253/88, overschrijding van de grenzen van de beoordelingsbevoegdheid van de Commissie, en schending van het beginsel van gelijke behandeling.
____________1 - ) (Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden Structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds.