Language of document : ECLI:EU:T:2004:236

Zaak T‑115/03

Samar SpA

tegen

Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (BHIM)

„Gemeenschapsmerk – Oppositieprocedure – Aanvraag tot inschrijving van woordmerk GAS STATION als gemeenschapsmerk – Ouder nationaal beeldmerk BLUE JEANS GAS – Weigering van inschrijving”

Samenvatting van het arrest

1.      Gemeenschapsmerk – Beroepsprocedure – Beroep bij gemeenschapsrechter – Rechtmatigheid van beslissing van kamer van beroep – Betwisting door aanvoeren van nieuwe feiten – Voorwaarde voor toelaatbaarheid – Oppositieprocedure

(Verordening nr. 40/94 van de Raad, art. 6 en 74, lid 1)

2.      Gemeenschapsmerk – Definitie en verkrijging van gemeenschapsmerk – Relatieve weigeringsgronden – Oppositie door houder van gelijk of overeenstemmend ouder merk dat is ingeschreven voor zelfde of soortgelijke waren of diensten – Gevaar van verwarring met ouder merk – Woordmerk „GAS STATION” en beeldmerk „BLUE JEANS GAS”

(Verordening nr. 40/94 van de Raad, art. 8, lid 1, sub b)

1.      Het bij het Gerecht ingestelde beroep dat tegen de beslissingen van de kamers van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) is gericht, strekt ertoe de wettigheid van deze beslissingen te toetsen overeenkomstig artikel 63 van verordening nr. 40/94 inzake het gemeenschapsmerk. Feiten die voor het Gerecht worden ingeroepen zonder voordien voor de instanties van het Bureau te zijn aangedragen, kunnen de wettigheid van een dergelijke beslissing evenwel slechts aantasten indien het Bureau ze ambtshalve in aanmerking had moeten nemen.

Dienaangaande volgt uit artikel 74, lid 1, in fine, van deze verordening, volgens hetwelk in procedures inzake relatieve afwijzingsgronden het onderzoek van het Bureau beperkt blijft tot de door de partijen aangevoerde feiten, bewijsmiddelen en argumenten en tot de door hen ingestelde vordering, dat het Bureau niet gehouden is feiten die door partijen niet naar voren werden gebracht, ambtshalve in aanmerking te nemen. Dergelijke feiten kunnen de wettigheid van een beslissing van de kamer van beroep bijgevolg niet aantasten.

(cf. punt 13)

2.      Er bestaat voor de Italiaanse consument gevaar van verwarring van het woordmerk „GAS STATION”, waarvan de inschrijving als gemeenschapsmerk is aangevraagd voor „kledingstukken, schoeisel, hoofddeksels” behorend tot klasse 25 in de zin van de Overeenkomst van Nice, met het beeldmerk dat het woordelement „BLUE JEANS GAS” bevat en dat eerder in Italië is ingeschreven voor „broeken, jassen, jeans, hemden, rokken, overjassen, truien, wintertruien, regenmantels, sokken, schoenen, laarzen, pantoffels” behorend tot dezelfde klasse.

Enerzijds zijn de waren waarop de betrokken merken betrekking hebben, dezelfde of soortgelijke waren. Anderzijds, wat de conflicterende tekens en het woord „gas” als dominerend bestanddeel ervan betreft, zijn deze tekens visueel, fonetisch en begripsmatig identiek. Met betrekking tot de tekens als geheel zullen de verschillen, te weten het ondergeschikte grafische bestanddeel „BLUE JEANS” en het ondergeschikte woordelement „station”, niet blijven hangen in het geheugen van het relevante publiek, dat het element „gas” zal onthouden.

(cf. punten 31, 34, 36‑37, 39)