Arrest van het Gerecht (Vierde kamer) van 10 mei 2007 – Spanje / Commissie

(Zaak T‑99/05)

„Visserij – Verordening (EG) nr. 494/2002 – Instandhouding van rijkdommen van zee – Rechtsgrondslag – Discriminatieverbod – Motiveringsplicht”

1.                     Handelingen van de instellingen – Keuze van rechtsgrondslag – Criteria – Verordening van Commissie tot herstel van heekbestand (Verordening nr. 3760/92 van de Raad, artikel 15, lid 1, en verordening nr. 850/98, artikel 45, lid 1; verordening nr. 494/2002 van de Commissie) (cf. punten 21‑26)

2.                     Visserij – Instandhouding van rijkdommen van zee – Verordening nr. 850/98 (Verordening nr. 850/98 van de Raad, artikel 45, lid 1) (cf. punt 27)

3.                     Visserij – Instandhouding van rijkdommen van zee – Maatregelen voor herstel van heekbestand (Verordening nr. 850/98 van de Raad; verordening nr. 494/2002 van de Commissie) (cf. punten 28‑31)

4.                     Visserij – Instandhouding van rijkdommen van zee – Maatregelen voor herstel van heekbestand (Verordening nr. 494/2002 van de Commissie, artikel 2, lid 2) (cf. punten 43‑45)

5.                     Handelingen van de instellingen – Motivering – Verplichting – Omvang (Art. 253 EG) (cf. punten 59‑61)

Voorwerp

Vordering tot nietigverklaring van verordening (EG) nr. 494/2002 van de Commissie van 19 maart 2002 tot vaststelling van aanvullende technische maatregelen voor het herstel van het heekbestand in de ICES-deelgebieden III, IV, V, VI en VII en in de ICES-sectoren VIIIa, b, d, e (PB L 77, blz. 8)

Dictum

1) Het beroep wordt verworpen.

2) Het Koninkrijk Spanje zal zijn eigen kosten dragen alsmede die van de Commissie.