Language of document :

Beroep ingesteld op 16 juni 2014 – nkt cables en NKT Holding / Commissie

(Zaak T-447/14)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partijen: nkt cables GmbH (Keulen, Duitsland) en NKT Holding A/S (Brøndby, Denemarken) (vertegenwoordigers: M. Kofmann en B. Creve, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

Verzoeksters verzoeken het Gerecht:

besluit C(2014) 2139 van de Commissie van 2 april 2014 inzake een procedure op grond van artikel 101 VWEU en artikel 53 van de EER-Overeenkomst, zaak AT.39610 – Stroomkabels (hierna: „besluit”), nietig te verklaren;

subsidiair, het besluit gedeeltelijk nietig te verklaren en de aan verzoeksters opgelegde geldboete aanzienlijk te verlagen;

de Commissie te verwijzen in de kosten;

alle andere maatregelen te nemen die het passend acht.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van hun beroep voeren verzoeksters vijf middelen aan.

De Commissie heeft verzoeksters’ recht van verdediging en het algemene beginsel van processuele gelijkheid (equality of arms) geschonden, door hun de toegang te weigeren tot mogelijk ontlastend bewijsmateriaal dat de Commissie na de kennisgeving van haar mededeling van punten van bezwaar had ontvangen.

De Commissie heeft de geografische reikwijdte van de ene enkele voortdurende inbreuk onjuist bepaald en ten onrechte het criterium van de gevolgen toegepast.

Het besluit bevat kennelijke beoordelingsfouten in verband met het gedrag waarbij nkt Cables beweerdelijk betrokken was, en in verband met de conclusie dat uit zulk gedrag bleek dat nkt Cables had deelgenomen aan of kennis had van alle activiteiten die de ene enkele voortdurende inbreuk uitmaakten.

De Commissie heeft de duur van nkt Cables’ deelname aan de ene enkele voortdurende inbreuk onjuist vastgesteld.

De aan verzoeksters opgelegde geldboete is onverdedigbaar en onevenredig hoog.