Arrest van het Gerecht (Achtste kamer) van 12 juli 2018 –
Taihan Electric Wire/Commissie
(Zaak T‑446/14)
„Mededinging – Mededingingsregelingen – Europese markt van stroomkabels – Besluit waarbij een inbreuk op artikel 101 VWEU wordt vastgesteld – Eén enkele voortdurende inbreuk – Onoverkomelijke hindernissen – Niet toepasselijkheid van artikel 101 VWEU – Duur van de deelname – Gelijke behandeling – Berekening van de geldboete – Waarde van de verkopen – Ernst van de inbreuk – Verzachtende omstandigheden – Volledige rechtsmacht”
1. Mededingingsregelingen – Aantasting van de mededinging – Beoordelingscriteria – Overeenkomst ter bescherming van de Europese producenten op hun grondgebied tegen daadwerkelijke of mogelijke mededinging van buitenlandse producenten – Vaststelling toereikend bij ontstentenis van onoverkomelijke hindernissen voor toegang tot de Europese markt voor die buitenlandse producenten
(Art. 101, lid 1, VWEU)
(zie punten 34‑44)
2. Mededingingsregelingen – Verbod – Inbreuken – Overeenkomsten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen, die één enkele inbreuk vormen – Toerekening van de aansprakelijkheid voor de gehele inbreuk aan een onderneming – Voorwaarden – Inbreuk opleverende gedragingen en handelingen die deel uitmaken van een totaalplan – Beoordeling – Criteria – Bijdrage aan het enige doel van de inbreuk
(Art. 101, lid 1, VWEU)
(zie punten 51‑55)
3. Mededingingsregelingen – Overeenkomsten tussen ondernemingen – Begrip – Deelneming aan vergaderingen die ertoe strekken de mededinging te verstoren – Daaronder begrepen – Voorwaarde – Geen distantiëring van de genomen beslissingen – Beoordelingscriteria
(Art. 101, lid 1, VWEU)
(zie punten 71‑77)
4. Mededingingsregelingen – Verbod – Inbreuken – Rechtvaardiging – Bedreigingen en pressie waaraan een onderneming is blootgesteld – Irrelevant
(Art. 101, lid 1, VWEU)
(zie punt 78)
5. Mededinging – Administratieve procedure – Besluit van de Commissie waarbij een inbreuk wordt vastgesteld – Bewijs van de inbreuk en van de duur daarvan ten laste van de Commissie – Omvang van de bewijslast – Bewijs van het einde van de inbreuk
(Art. 101, lid 1, VWEU)
(zie punten 84‑98)
6. Mededinging – Geldboeten – Beoordeling op basis van het individuele gedrag van een onderneming – Invloed van het ontbreken van een sanctie jegens een andere marktdeelnemer – Geen – Eerbiediging van het gelijkheidsbeginsel samen met eerbiediging van het legaliteitsbeginsel
(Art. 101, lid 1, VWEU; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 23, lid 2)
(zie punten 106‑110)
7. Mededinging – Geldboeten – Bedrag – Vaststelling – Vaststelling van het basisbedrag – Bepaling van de waarde van de verkopen – Verkopen die rechtstreeks of indirect aan de inbreuk zijn gerelateerd – Inaanmerkingneming van de verkoop op wereldschaal als afspiegeling van het relatieve aandeel van elke onderneming in de inbreuk – Eerbiediging van het evenredigheidsbeginsel en van het gelijkheidsbeginsel
(Verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 23, leden 2 en 3; mededeling 2006/C 210/02 van de Commissie, punten 13 en 18)
(zie punten 117‑126, 130‑138)
8. Mededinging – Geldboeten – Bedrag – Vaststelling – Vaststelling van het basisbedrag – Ernst van de inbreuk – Leergeld – In aanmerking te nemen factoren
(Verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 23, leden 2 en 3; mededeling 2006/C 210/02 van de Commissie, punten 20‑23 en 25)
(zie punten 144‑153)
9. Mededinging – Geldboeten – Bedrag – Vaststelling – Aanpassing van het basisbedrag – Verzachtende omstandigheden – Gedrag dat afwijkt van het in het kader van de mededingingsregeling overeengekomen gedrag
(Verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 23, leden 2 en 3; mededeling 2006/C 210/02 van de Commissie, punt 29)
(zie punt 172)
10. Mededinging – Geldboeten – Bedrag – Vaststelling – Aanpassing van het basisbedrag – Verzachtende omstandigheden – Bedreigingen en pressie waaraan een onderneming is blootgesteld – Daarvan uitgesloten
(Verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 23, leden 2 en 3; mededeling 2006/C 210/02 van de Commissie, punt 29)
(zie punten 173‑176)
Voorwerp
| Verzoek krachtens artikel 263 VWEU tot nietigverklaring van besluit C(2014) 2139 final van de Commissie van 2 april 2014 inzake een procedure op grond van artikel 101 [VWEU] en van artikel 53 van de [EER-]overeenkomst (zaak AT.39610 – Stroomkabels), voor zover dit betrekking heeft op de verzoekende partij, en voorts tot verlaging van het bedrag van de aan haar opgelegde geldboete |
Dictum
1) | | Het beroep wordt verworpen. |
2) | | Taihan Electric Wire Co. Ltd wordt verwezen in de kosten. |