Arrest van het Gerecht (Achtste kamer) van 12 juli 2018 –
Hitachi Metals/Commissie
(Zaak T‑448/14)
„Mededinging – Mededingingsregelingen – Europese markt van stroomkabels – Besluit waarbij een inbreuk op artikel 101 VWEU wordt vastgesteld – Eén enkele voortdurende inbreuk – Bewijs van de inbreuk – Duur van de deelname – Openlijke distantiëring – Berekening van de geldboete – Ernst van de inbreuk – Volledige rechtsmacht”
1. Mededingingsregelingen – Verbod – Inbreuken – Overeenkomsten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen, die één enkele inbreuk vormen – Toerekening van de aansprakelijkheid voor de gehele inbreuk aan een onderneming – Voorwaarden – Inbreuk opleverende gedragingen en handelingen die deel uitmaken van een totaalplan – Beoordeling
(Art. 101, lid 1, VWEU)
(zie punten 47‑50, 84, 94‑96)
2. Mededinging – Administratieve procedure – Besluit van de Commissie waarbij een inbreuk wordt vastgesteld – Bewijs van de inbreuk en van de duur daarvan ten laste van de Commissie – Wijze van bewijslevering – Bundel aanwijzingen – Vereiste mate van bewijskracht van individueel beschouwde aanwijzingen – Toelaatbaarheid van de globale beoordeling van een bundel aanwijzingen – Eerbiediging van het beginsel van vermoeden van onschuld
(Art. 101, lid 1, VWEU; Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, art. 48)
(zie punten 117‑123, 158, 159, 173, 174)
3. Mededinging – Administratieve procedure – Besluit van de Commissie waarbij een inbreuk wordt vastgesteld – Bewijs van de inbreuk en van de duur daarvan ten laste van de Commissie – Omvang van de bewijslast – Bewijs van het einde van de inbreuk – Geen distantiëring van de genomen beslissingen – Openlijke distantiëring – Beoordelingscriteria
(Art. 101, lid 1, VWEU)
(zie punten 131‑133, 168‑172)
4. Mededinging – Administratieve procedure – Besluit van de Commissie waarbij een inbreuk wordt vastgesteld – Gebruik als bewijs van verklaringen van andere ondernemingen die aan de inbreuk hebben deelgenomen – Toelaatbaarheid
(Art. 101, lid 1, VWEU; mededeling 2006/C 298/11 van de Commissie)
(zie punten 140‑142)
5. Recht van de Europese Unie – Beginselen – Recht op effectieve rechterlijke bescherming – Rechterlijke toetsing van de besluiten die de Commissie op mededingingsgebied vaststelt – Wettigheidscontrole – Factoren die in aanmerking moeten worden genomen – Informatie van vóór en na het bestreden besluit – Informatie die in het kader van de administratieve procedure of voor het eerst in het kader van beroep tot nietigverklaring wordt overgelegd – Daaronder begrepen
(Art. 101 VWEU en 263 VWEU)
(zie punten 163‑165)
6. Mededinging – Geldboeten – Bedrag – Vaststelling – Aanpassing van het basisbedrag – Verzachtende omstandigheden – Gedrag dat afwijkt van het binnen het kartel overeengekomen gedrag zodat dit gedrag de mededinging op de markt verstoort – Beoordeling
(Verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 23, leden 2 en 3; mededeling 2006/C 210/02 van de Commissie, punt 29)
(zie punten 181‑191)
7. Mededinging – Geldboeten – Bedrag – Vaststelling – Beoordelingsbevoegdheid van de Commissie – Rechterlijk toezicht – Volledige rechtsmacht van de Unierechter – Omvang
(Art. 261 VWEU; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 31)
(zie punten 195, 196)
Voorwerp
| Verzoek krachtens artikel 263 VWEU tot nietigverklaring van besluit C(2014) 2139 final van de Commissie van 2 april 2014 inzake een procedure op grond van artikel 101 [VWEU] en van artikel 53 van de EER-overeenkomst (zaak AT.39610 – Stroomkabels), voor zover dit betrekking heeft op de verzoekende partij, en voorts tot verlaging van het bedrag van de aan haar opgelegde geldboete |
Dictum
1) | | Het beroep wordt verworpen. |
2) | | Hitachi Metals Ltd wordt verwezen in de kosten. |