Language of document : ECLI:EU:T:2018:565





Arrest van het Gerecht (Zesde kamer) van 19 september 2018 –
Selimovic/Parlement

(Zaak T61/17)

„Institutioneel recht – Europees Parlement – Mobbing – Besluit van de voorzitter van het Parlement waarbij aan een lid van het Europees Parlement de sanctie van berisping wordt opgelegd – Artikel 166 van het reglement van het Parlement – Recht op behoorlijk bestuur – Recht van toegang tot dossier – Motiveringsplicht – Rechtszekerheid – Misbruik van bevoegdheid – Niet-contractuele aansprakelijkheid”

1.      Gerechtelijke procedure – Inleidend verzoekschrift – Vormvereisten – Summiere uiteenzetting van de aangevoerde middelen

[Statuut van het Hof van Justitie, art. 21, eerste alinea, en 53, eerste alinea; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 76, d)]

(zie punt 31)

2.      Europees Parlement – Leden – Tuchtregeling – Sancties – Besluit van de voorzitter van het Parlement – Klacht – Facultatief – Beroep bij de Unierechter – Toelaatbaarheid – Aanvang van de termijn voor een beroep tot nietigverklaring

(Art. 263 VWEU; Ambtenarenstatuut, art. 90 en 91; Reglement van het Europees Parlement, art. 167)

(zie punten 42, 43, 4548)

3.      Handelingen van de instellingen – Motivering – Verplichting – Omvang – Beoordeling van de motiveringsplicht aan de hand van de omstandigheden van het geval – Noodzaak om alle relevante feitelijke en juridische elementen te vermelden – Geen

(Art. 296, tweede alinea, VWEU)

(zie punt 54)

4.      Europees Parlement – Leden – Tuchtregeling – Sancties – Mobbing – Vaststelling van het sanctiebesluit zonder het lid van het Parlement volledige toegang te verlenen tot het dossier van het comité dat klachten inzake mobbing behandelt – Schending van het recht op behoorlijk bestuur – Geen

(Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, art. 41, lid 2)

(zie punten 7880, 83)

5.      Europees Parlement – Leden – Tuchtregeling – Inleiding van de procedure – Termijn die aan het lid van het Parlement wordt verleend voor het voorbereiden van zijn verweer – Inachtneming van een redelijke termijn – Beoordelingscriteria

(Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, art. 41, lid 1)

(zie punten 85, 88, 89)

6.      Grondrechten – Europees Verdrag voor de rechten van de mens – Instrument dat niet formeel is opgenomen in de rechtsorde van de Unie

(Art. 6, lid 3, VEU; Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, art. 52, lid 3)

(zie punt 94)

7.      Beroep tot nietigverklaring – Middelen – Misbruik van bevoegdheid – Begrip

(Art. 263 VWEU)

(zie punten 106, 107)

8.      Beroep tot schadevergoeding – Vordering tot schadevergoeding die samenhangt met een vordering tot nietigverklaring – Afwijzing van de vordering tot nietigverklaring die de afwijzing van de vordering tot schadevergoeding meebrengt

(Art. 263 VWEU en 340 VWEU)

(zie punt 113)

9.      Niet-contractuele aansprakelijkheid – Voorwaarden – Causaal verband – Schade bestaande in de kosten van de precontentieuze procedure – Kosten die het gevolg zijn van de eigen keuze van de verzoeker – Geen causaal verband tussen de schade en het gedrag van de instelling

(Art. 340, tweede alinea, VWEU)

(zie punt 115)

Voorwerp

Enerzijds een verzoek krachtens artikel 263 VWEU tot nietigverklaring van de besluiten van de voorzitter van het Europees Parlement van 22 november 2016 en van het besluit van het bureau van het Europees Parlement van 22 december 2016 om verzoeker de sanctie van berisping op te leggen, en anderzijds een verzoek krachtens artikel 268 VWEU tot vergoeding van de schade die verzoeker stelt te hebben geleden

Dictum

1)

Het verzoek tot behandeling volgens de versnelde procedure wordt kennelijk niet-ontvankelijk verklaard.

2)

Het beroep wordt verworpen.

3)

Jasenko Selimovic wordt verwezen in de kosten.