Language of document :

Beroep ingesteld op 29 september 2008 - FIFA / BHIM - Ferrero (WORLD CUP 2006 GERMANY)

(Zaak T-448/08)

Taal van het verzoekschrift: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Fédération Internationale de Football Association (FIFA) (Zürich, Zwitserland) (vertegenwoordigers: D. Alexander, QC, A. Barav, barrister, R. Buchel en C. Rassmann, advocaten)

Verwerende partij: Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen)

Andere partij in de procedure voor de kamer van beroep: Ferrero OHG mbH (Stadtallendorf, Duitsland)

Conclusies

de beslissing van de eerste kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) van 30 juni 2008 in zaak R 1470/2005-1 geheel of gedeeltelijk vernietigen; en

het BHIM verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ingeschreven gemeenschapsmerk waarvan nietigverklaring is gevorderd: woordmerk "WORLD CUP 2006 GERMANY" voor waren en diensten van de klassen 1, 3, 4, 6, 7, 8, 9, 11, 12, 14, 16, 18, 20, 25, 28, 29, 30, 32, 35, 36, 37, 38, 41 en 42 - gemeenschapsmerkinschrijving nr. 2 047 843

Houder van het gemeenschapsmerk: verzoekster

Partij die nietigverklaring van het gemeenschapsmerk vordert: de andere partij in de procedure voor de kamer van beroep

Beslissing van de nietigheidsafdeling: afwijzing van de vordering tot nietigverklaring

Beslissing van de kamer van beroep: vernietiging van de beslissing van de nietigheidsafdeling

Aangevoerde middelen: (i) schending van de artikelen 73 en 74, lid 1, van verordening nr. 40/94 van de Raad, voor zover de kamer van beroep haar beslissing voornamelijk heeft gebaseerd op artikel 7, lid 1, sub c, van verordening nr. 40/94 van de Raad, een bepaling die niet werd aangevoerd door de andere partij in de procedure voor de kamer van beroep en waarop de nietigheidsafdeling zich evenmin heeft gebaseerd; (ii) subsidiair, schending van artikel 7, lid 1, sub c, van verordening nr. 40/94 van de Raad doordat de kamer van beroep het ingeschreven gemeenschapsmerk waarvan nietigverklaring is gevorderd, niet heeft beoordeeld in zijn geheel, uit het oogpunt van de gemiddelde consument, en doordat zij de relevante regels inzake de beoordeling van het beschrijvend karakter met betrekking tot de aangevraagde waren en/of diensten niet heeft toegepast; en (iii) schending van artikel 7, lid 1, sub b, van verordening nr. 40/94 van de Raad doordat de kamer van beroep ten onrechte heeft geoordeeld dat het ingeschreven gemeenschapsmerk waarvan nietigverklaring is gevorderd, het vereiste onderscheidend vermogen miste

____________