Language of document :

Beroep ingesteld op 22 augustus 2014 – DEI / Commissie

(Zaak T-639/14)

Procestaal: Grieks

Partijen

Verzoekende partij: Dimosia Epicheirisi Ilektrismoy A.E. (DEI) (Athene, Griekenland) (vertegenwoordigers: E. Bourtzalas, D. Waelbroeck, A. Ikonomou, K. Sinodinos en E. Salaka, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

Verzoekster verzoekt het Gerecht:

nietigverklaring van de in de brief van de Commissie aan verzoekster van 12 juni 2014 besloten liggende besluiten van de Commissie betreffende, respectievelijk, twee klachten die verzoekster bij verweerster had ingediend over onrechtmatige staatssteun die aanvankelijk voortvloeide uit de toepassing van besluit nr. 345/2012 van de Griekse reguleringsautoriteit voor de energiesector en vervolgens uit de beslissing van het bijzonder scheidsgerecht in het kader van de permanente arbitrage door die reguleringsautoriteit voor energiesector – welke besluiten voor verzoekster de verplichting inhielden om aan de vennootschap “Aluminium SA” elektriciteit te leveren beneden de kostprijs – en in het bijzonder het uitdrukkelijke besluit om de tweede bovengenoemde klacht van verzoekster niet nader te onderzoeken op grond dat geen schending van de regels inzake staatssteun was aangetoond, en het stilzwijgend genomen besluit om de eerste bovengenoemde klacht niet nader te onderzoeken, en

verwijzing van verweerster in de proceskosten van verzoekster.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekster vier middelen aan.

Eerste middel: schending van wezenlijke vormvoorschriften doordat verweerster niet heeft voldaan aan de procedurele eisen voor de vaststelling van de bestreden handeling.

Tweede middel: kennelijke beoordelingsfout, rechtens en feitelijk, bij de uitlegging en de toepassing van de artikelen 107 en 108 VWEU ter zake van verweersters conclusie dat de omstreden maatregel niet aan de staat kan worden toegerekend.

Derde middel: kennelijke beoordelingsfout, rechtens en feitelijk, bij de uitlegging en de toepassing van de artikelen 107 en 108 VWEU ter zake van verweersters conclusie dat de omstreden maatregel “Aluminium SA” geen ongerechtvaardigd voordeel oplevert.

Vierde middel: niet-nakoming van de verplichting tot toereikende motivering en tot onderzoek van alle relevante elementen, feitelijk en rechtens, en schending van het beginsel van behoorlijk bestuur, in het bijzonder doordat verweerster niet afdoende heeft aangegeven waarom de door verzoekster aangedragen elementen, feitelijk en rechtens, het bestaan van de gestelde onrechtmatige staatssteun niet aantoonden, en niet omstandig heeft gemotiveerd waarom zij haar in eerdere zaken ingenomen standpunt over het criterium van de toerekenbaarheid aan de staat en over de berekening van de prijs voor de levering van elektriciteit aan een verbruiker zoals de vennootschap “Aluminium SA” aanzienlijk heeft gewijzigd, en doordat verweerster de twee bovengenoemde klachten van verzoekster niet terdege heeft onderzocht.