Language of document :

Mededeling in het PB

 

BESCHIKKING VAN DE PRESIDENT VAN HET GERECHT VAN EERSTE AANLEG

van 9 juni 2004

in zaak T-92/04 R, Marta Christina Moren Abat tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

(Kort geding -Vergelijkend onderzoek - Schorsing - Ontvankelijkheid)

(Procestaal: Duits)

In zaak T-92/04 R, Marta Christina Moren Abat, wonende te Brussel (België), vertegenwoordigd door G. Lebitsch, advocaat, tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen (gemachtigde: H. Krämer, bijgestaan door B. Wägenbaur, advocaat, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg), betreffende een verzoek tot schorsing van vergelijkend onderzoek COM/A/2/02 georganiseerd met het oog op de vorming van een aanwervingsreserve van administrateurs (A 7/A 6) op het vakgebied "Milieu", of, subsidiair, tot schorsing van de geldigheid van de reservelijst met de kandidaten die voor dat vergelijkend onderzoek zijn geslaagd, heeft de president van het Gerecht op 9 juni 2004 een beschikking gegeven waarvan het dictum luidt als volgt:

Het verzoek in kort geding wordt afgewezen.

2)    De beslissing omtrent de kosten wordt aangehouden.

____________