Language of document : ECLI:EU:T:2013:115

ARREST VAN HET GERECHT (Kamer voor hogere voorzieningen)

7 maart 2013

Zaak T‑39/12 P

Roberto Di Tullio

tegen

Europese Commissie

„Hogere voorziening – Openbare dienst – Tijdelijk functionarissen – Verlof wegens militaire dienst – Artikel 18, eerste alinea, RAP – Gevolgen van een arrest in de tijd”

Betreft:      Hogere voorziening tegen het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (Derde kamer) van 29 november 2011, Di Tullio/Commissie (F‑119/10), en strekkende tot vernietiging van dat arrest.

Beslissing:      De hogere voorziening wordt afgewezen. Di Tullio draagt zijn eigen kosten en de kosten die de Europese Commissie in het kader van deze procedure heeft gemaakt.

Samenvatting

1.      Recht van de Unie – Beginselen – Bescherming van gewettigd vertrouwen – Voorwaarden – Nauwkeurige toezeggingen van administratie – Conformiteit van toezeggingen met geldende normen

2.      Hogere voorziening – Middelen – Middel ontleend aan ontbreken van wijziging in de tijd van gevolgen van een arrest – Arrest waarbij beroep tot nietigverklaring is verworpen – Middel ongegrond

(Art. 264 VWEU)

1.      Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punt 23)

2.      Uit artikel 264 VWEU volgt dat wanneer de Unierechter de betwiste handeling nietig verklaart, hij indien hij dit nodig oordeelt kan bepalen welke gevolgen van de nietig verklaarde handeling als definitief moeten worden beschouwd.

In het kader van een hogere voorziening tegen een arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken kan een rekwirant dat Gerecht niet met succes verwijten dat het geen gebruik heeft gemaakt van de hem verleende bevoegdheid om de gevolgen van een arrest houdende nietigverklaring in de tijd te wijzigen, aangezien het Gerecht bij het bestreden arrest niet het betwiste besluit nietig heeft verklaard, maar rekwirants beroep heeft verworpen.

(cf. punten 31 en 32)