Language of document :


 


 



Beschikking van de president van het Gerecht van 4 mei 2020 –
Csordas e.a./Commissie

(Zaak T146/20 R)

„Kort geding – Openbare dienst – Verkiezingen van de lokale afdeling Luxemburg van het personeelscomité van de Commissie – Regelmatigheid – Toezichtplicht van de instelling – Verzoek om voorlopige maatregelen – Geen fumus boni juris”

1.      Kort geding – Opschorting van de tenuitvoerlegging – Voorlopige maatregelen – Voorwaarden voor toekenning – Fumus boni juris – Spoedeisendheid – Ernstige en onherstelbare schade – Cumulatieve voorwaarden – Volgorde van onderzoek en wijze van toetsing – Beoordelingsbevoegdheid van de rechter in kort geding – Afweging van alle betrokken belangen

(Art. 256, lid 1, 278 en 279 VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 156, lid 3)

(zie punten 1720, 26)

2.      Ambtenaren – Vertegenwoordiging – Personeelscomité – Verkiezingen – Regelmatigheid – Verplichting van de instellingen om de regelmatigheid van de verkiezingen te verzekeren – Omvang

(Ambtenarenstatuut, art. 9, lid 2, 90 en 91)

(zie punten 24, 25)

3.      Ambtenaren – Vertegenwoordiging – Personeelscomité – Verkiezingen – Regeling voor het centrale comité en de lokale afdelingen van het personeelscomité van de Commissie – Informatie die ter kennis van de kiezers moet worden gebracht – Aansluiting bij of ondersteuning van een kandidaat door een vak- of beroepsorganisatie – Optioneel en secundair element

(Ambtenarenstatuut, art. 9, lid 2)

(zie punten 3638)

Voorwerp

Verzoek krachtens artikel 270 VWEU en artikel 91, lid 4, van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, primair strekkende tot opschorting van de tenuitvoerlegging van 1) de nota van het stembureau van 26 november 2019 waarbij de resultaten bekend zijn gemaakt van de verkiezingen van de lokale afdeling Luxemburg van het personeelscomité van de Commissie, 2) het besluit van de Commissie van 28 november 2019 betreffende de berekening van de representativiteit van de vak- en beroepsorganisaties die bij de Commissie vertegenwoordigd zijn, 3) het mandaat van de lokale afdeling Luxemburg van het personeelscomité van de Commissie na de verkiezingen van november 2019, 4) de aanwijzing door de lokale afdeling Luxemburg van het personeelscomité van de Commissie van haar afgevaardigden in het centrale personeelscomité van de Commissie, 5) elk besluit tot toewijzing van aanvullende middelen aan de vertegenwoordigers van het personeel van de Commissie, alsmede tot verordening aan de Commissie om het aftredende personeelscomité in stand te houden tot aan de datum van de uitspraak van het arrest in de hoofdzaak waarbij dit mandaat beperkt is tot de lopende zaken, en subsidiair tot verordening aan de Commissie om het mandaat van de lokale afdeling Luxemburg van het personeelscomité van de Commissie na de verkiezingen van november 2019 te beperken tot de lopende zaken, en aan die lokale afdeling om de door de Union syndicale Luxembourg voorgestelde vertegenwoordigers aan te wijzen in het centrale personeelscomité van de Commissie

Dictum

1)

Het verzoek in kort geding wordt afgewezen.

2)

De beslissing omtrent de kosten wordt aangehouden.