Language of document :

Arrest van het Gerecht van 8 september 2015 – Amitié / Commissie

(Zaak T-234/12)1

(„Arbitragebeding – Subsidie – Financiële bijstand – Opschorting van betaling – Terugvordering van gedeclareerde kosten – Schadevergoeding – Vertragingsrente – Debetnota – Contractuele aansprakelijkheid – Tegenvordering”)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Amitié Srl (Bologna, Italië) (vertegenwoordigers: D. Bogaert, M. Picat en C. Siciliano, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: F. Moro en S. Delaude, gemachtigden, aanvankelijk bijgestaan door R. Van der Hout en A. Krämer, vervolgens door R. Van der Hout en A. Köhler, advocaten)

Voorwerp

Beroep krachtens de artikelen 272 VWEU en 340, eerste alinea, VWEU, in de eerste plaats, tot vaststelling, allereerst, dat de bedragen die verzoekster heeft verkregen ter uitvoering van een subsidieovereenkomst en twee overeenkomsten voor financiële bijstand tussen verzoekster en de Gemeenschap, vertegenwoordigd door de Commissie, alsook de geldboete en de vertragingsrente waarvan de Commissie terugbetaling of betaling van verzoekster vordert, niet of minstens niet volledig verschuldigd zijn gelet op de eindconclusies van een financiële audit, vervolgens, dat het recht van de Commissie om de eindconclusies van een financiële audit te extrapoleren naar een andere subsidieovereenkomst is verjaard en, ten slotte, dat de Commissie de Unie contractueel aansprakelijk heeft gemaakt door de betaling van de bedragen die verzoekster verschuldigd zijn ter uitvoering van de twee andere subsidieovereenkomsten, te hebben opgeschort op basis van de voorlopige conclusies van de financiële audit, en in de tweede plaats, tot veroordeling van de Commissie tot betaling aan verzoekster van de bedragen die haar verschuldigd blijven krachtens de subsidieovereenkomsten waarvan de uitvoering is opgeschort en krachtens een andere overeenkomst voor financiële bijstand, alsook van de vertragingsrente en, bovendien, van een vergoeding voor de schade die verzoekster geleden heeft als gevolg van het misbruik dat de Commissie heeft gemaakt van haar rechten uit de aan de financiële audit onderworpen overeenkomsten voor financiële bijstand of subsidiëring en uit de subsidieovereenkomsten waarvan de uitvoering is opgeschort ten gevolge van die audit.

Dictum

Op de vordering van Amitié Srl tot vaststelling dat de Europese Commissie eraan verzaakt heeft de bedragen die verzoekster verschuldigd zijn ter uitvoering van de subsidieovereenkomsten met referentie ECP-2007-DILI-517005, betreffende de actie Athena (Access to cultural heritage networks across Europe), en ECP-2008-DILI-538025, betreffende de actie Judaica Europeana (Jewish urban digital European integrated cultural archive), behoeft geen uitspraak te worden gedaan.

Het beroep wordt verworpen voor het overige.

Amitié wordt veroordeeld tot betaling aan de Commissie van, in de eerste plaats, een bedrag van 50 458,23 EUR, vermeerderd met de vertragingsrente tegen een rentevoet van 4,5 % per jaar, te rekenen vanaf 6 april 2012 tot de volledige betaling van dit bedrag, in de tweede plaats, een bedrag van 261 947,36 EUR, vermeerderd met de vertragingsrente tegen een rentevoet van 4,25 % per jaar, te rekenen vanaf 28 december 2012 tot de volledige betaling van dit bedrag, in de derde plaats, een bedrag van 358 712,35 EUR, vermeerderd met de vertragingsrente tegen een rentevoet van 4,5 % per jaar te rekenen vanaf 8 mei 2012 tot de volledige betaling van dit bedrag en, in de vierde plaats, een bedrag van 5 045,82 EUR, vermeerderd met de vertragingsrente tegen een rentevoet van 4,5 % per jaar, te rekenen vanaf 23 juni 2012 tot de volledige betaling van dit bedrag.

Amitié wordt verwezen in haar eigen kosten en in vier vijfde van de kosten van de Commissie.

De Commissie zal een vijfde van haar eigen kosten dragen.

____________

1     PB C 243 van 11.8.2012.