Arrest van het Gerecht (Negende kamer) van 17 mei 2023 –
IR / Commissie
(Zaak T‑685/21) (1)
„Openbare dienst – Ambtenaren – Sociale zekerheid – Gemeenschappelijke regeling inzake de ziektekostenverzekering van de ambtenaren – Artikel 72 van het Statuut – Ernstige ziekte – Advies van de medische raad – Motiveringsplicht”
1. Beroepen van ambtenaren – Voorafgaande administratieve klacht – Afwijzend besluit – Inaanmerkingneming van een advies dat is gegeven na de vaststelling van het bestreden besluit – Toelaatbaarheid
(Ambtenarenstatuut, art. 90)
(zie punten 25‑31)
2. Ambtenaren – Sociale zekerheid – Ziektekostenverzekering – Ernstige ziekte – Vaststelling – Criteria – Verplichting om de gezondheidstoestand van de betrokkene te onderzoeken – Concreet en uitvoerig onderzoek
(Ambtenarenstatuut, art. 72; regeling inzake ziektekostenverzekering, art. 20, lid 6)
(zie punten 39‑42, 46)
3. Ambtenaren – Sociale zekerheid – Ziektekostenverzekering – Ernstige ziekte – Weigering om de status van ernstige ziekte te erkennen of te verlengen – Motiveringsplicht – Omvang – Weigering op basis van een wijziging in de beoordeling van het ernstige karakter van de ziekte – Noodzaak om de redenen voor een dergelijke wijziging kenbaar te maken
[Art. 296 VWEU; Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, art. 41, lid 2, c); Ambtenarenstatuut, art. 25]
(zie punten 59‑64, 67, 68, 71, 72, 80, 81, 85, 86)
Dictum
1) | | Het besluit van 11 december 2020 waarbij de Europese Commissie verzoekers verzoek tot verlenging van de regeling inzake ernstige ziekte voor de ziekte van de zoon van IR heeft afgewezen, wordt nietig verklaard. |
2) | | De Commissie wordt verwezen in de kosten. |