Language of document :

Beroep ingesteld op 12 februari 2008 - Guardian Industries en Guardian Europe / Commissie

(Zaak T-82/08)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Guardian Industries Corp. (Auburn Hills, Verenigde Staten) en Guardian Europe Sàrl (Dudelange, Luxemburg) (vertegenwoordigers: S. Völcker, F. Louis, A. Vallery. C. Eggers en H.-G. Kamann, advocaten)

Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies

artikel 1 van de bestreden beschikking nietig verklaren om de in de afdelingen A.1 en A.2 uiteengezette redenen;

de aan verzoeksters opgelegde geldboete verlagen;

de Commissie verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoeksters vorderen gedeeltelijke nietigverklaring van beschikking C(2007)5791 def. (zaak COMP/39.165 - Vlakglas) van 28 november 2007, die hun officieel ter kennis is gebracht op 3 december 2007, waarbij de Commissie heeft geoordeeld dat zij samen met andere ondernemingen inbreuk hebben gemaakt op artikel 81 EG en artikel 53 EER door van 20 april 2004 tot 22 februari 2005 te hebben deelgenomen aan een ingewikkeld samenstel van overeenkomsten en/of onderling afgestemde feitelijke gedragingen die de gehele EER bestreken.

Volgens verzoeksters dient de bestreden beschikking nietig te worden verklaard - en de aan hen opgelegde geldboete dienovereenkomstig te worden aangepast - omdat zij op de navolgende grove fouten berust:

(i) de Commissie heeft geen nauwkeurige en overeenstemmende bewijzen aangedragen voor haar stelling dat verzoeksters vóór de bijeenkomst van 11 februari 2005 hebben deelgenomen aan het door drie gevestigde glasproducenten geleide kartel;

(ii) de Commissie heeft geen bewijzen aangedragen voor haar stelling dat verzoeksters op die bijeenkomst zijn toegetreden tot overeenkomsten die de gehele EER bestreken.

Verder vragen verzoeksters het Hof, met gebruikmaking van zijn volledige rechtsmacht de aan hen opgelegde geldboeten te verlagen. In dit verband stellen zij allereerst dat de Commissie, zonder aan te geven waarom, in afwijking van haar eigen vaste praktijk en duidelijk in strijd met vaste rechtspraak van het Hof verkopen binnen de bedrijfskolom (captive sales) voor een bedrag van 1 miljard EUR heeft uitgesloten van de berekening van de geldboeten die zijn opgelegd aan de andere ondernemingen tot wie de beschikking is gericht, en daardoor de marktpositie van verzoeksters grovelijk heeft opgeschroefd, en ten tweede dat de Commissie is voorbijgegaan aan het feit dat verzoeksters bij de overtreding in wezen een beperkte en passieve rol hebben gespeeld vergeleken met de langdurige inspanningen van de andere deelnemers om de vlakglasverkopen in Europa te kartelliseren en met hun pogingen om verzoeksters daarbij te betrekken.

____________