Language of document :

Beroep ingesteld op 12 juli 2021 – Cargolux/Commissie

(Zaak T-420/21)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Cargolux Airlines International SA (Cargolux) (Sandweiler, Luxembourg) (vertegenwoordigers: G. Goeteyn en E. Aliende Rodríguez, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

de aan Cargolux gestuurde brief van de Commissie van 30 april 2021 in zijn geheel nietig verklaren;

de Unie, vertegenwoordigd door de Commissie, veroordelen tot vergoeding van de schade die Cargolux heeft geleden wegens het nalaten van de Commissie om, overeenkomstig artikel 266, eerste alinea, VWEU, de bedragen aan verschuldigde vertragingsrente en samengestelde rente te betalen om te voldoen aan het arrest van 16 december 2015, Cargolux Airlines International SA/Commissie (zaak T-39/11), en dus, op grond van artikel 266, tweede alinea, artikel 268 en artikel 340, tweede alinea, VWEU, tot betaling van de volgende bedragen:

(a) de verschuldigde vertragingsrente, dat wil zeggen rente over het bedrag van 39 900 000 EUR tegen de rentevoet die de Europese Centrale Bank op 1 november 2010 heeft vastgesteld voor zijn herfinancieringstransacties (te weten 1 %), vermeerderd met 3,5 %, voor de periode van 15 februari 2011 tot 5 februari 2016, hetgeen neerkomt op een bedrag van 8 075 972,03 EUR, dan wel tegen de rentevoet die het Gerecht passend acht, en

(b) de verschuldigde samengestelde rente, dat wil zeggen rente over het bedrag van de hierboven onder (a) bedoelde verschuldigde vertragingsrente, voor de periode van 5 februari 2016 tot de datum waarop de Commissie het onder (a) geëiste bedrag daadwerkelijk betaalt [of, indien het Gerecht Cargolux’s verzoek om de samengestelde rente vanaf 5 februari 2016 te laten lopen, afwijst, voor de periode tussen de datum van dit beroep en de datum waarop de Commissie het onder (a) geëiste bedrag daadwerkelijk betaalt], tegen de rentevoet die de Europese Centrale Bank op 1 november 2010 heeft vastgesteld voor zijn herfinancieringstransacties (te weten 1 %), vermeerderd met 3,5 % (dan wel tegen de rentevoet die het Gerecht passend acht);

de Commissie verwijzen in alle kosten van de onderhavige procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van het beroep voert verzoekster twee middelen aan.

Het bestreden besluit, waarvan is kennisgegeven bij de brief van 30 april 2021, geeft blijk van een onjuiste toepassing van het recht en moet in zijn geheel nietig worden verklaard op grond van artikel 263 VWEU. Verzoekster betoogt dat in het bestreden besluit ten onrechte wordt gesteld dat het verzoek van Cargolux van 2 februari 2021 om betaling van de verschuldigde vertragingsrente en samengestelde rente verjaard en niet-ontvankelijk is.

De Unie is vanwege de niet-naleving door de Commissie van artikel 266, eerste alinea, VWEU niet-contractueel aansprakelijk tot betaling van een schadevergoeding aan Cargolux ten bedrage van de verschuldigde vertragingsrente en samengestelde rente, op grond van artikel 266, tweede alinea, artikel 268 en artikel 340, tweede alinea, VWEU.

____________