Language of document :

Beroep ingesteld op 6 juli 2021 – Ryanair en Ryanair Sun/Commissie

(Zaak T-398/21)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partijen: Ryanair DAC (Swords, Ierland), Ryanair Sun S.A. (Warschau, Polen) (vertegenwoordigers: F.-C. Laprévote, E. Vahida, V. Blanc, S. Rating en I.-G Metaxas-Maranghidis, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

verweersters besluit van 22 december 2020 betreffende steunmaatregel SA.59158 – Polen – COVID-19 – Steun aan LOT1 , nietig verklaren, en

verweerster verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van het beroep voeren verzoeksters vijf middelen aan.

Verweerster heeft de „Tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun ter ondersteuning van de economie vanwege de huidige COVID-19-uitbraak” onjuist toegepast. In het bijzonder heeft zij niet aangetoond dat LOT in aanmerking komt voor herkapitalisatiesteun op grond van de Tijdelijke kaderregeling en is zij niet nagegaan of er passendere en minder verstorende maatregelen dan herkapitalisatie beschikbaar waren. Verweerster heeft voorts geen behoorlijk onderzoek gedaan naar de evenredigheid van het herkapitalisatiebedrag, de vergoeding voor de steun, de voorwaarden voor terugtreding van de staat, alsmede naar de aspecten van de steun die betrekking hebben op governance en het voorkomen van onnodige verstoringen van de mededinging.

Verweerster heeft artikel 107, lid 3, onder b), VWEU onjuist toegepast door ervan uit te gaan dat deze bepaling kan dienen als rechtsgrondslag ter rechtvaardiging van de steun. Verweerster heeft daarnaast niet aangetoond dat de steun noodzakelijk, geschikt en evenredig is om een ernstige verstoring van de Poolse economie op te heffen en heeft geen „afwegingstoets” uitgevoerd om de verwachte positieve gevolgen van de steun, te weten de verwezenlijking van de in artikel 107, lid 3, onder b), VWEU genoemde doelstellingen, af te wegen tegen de negatieve gevolgen ervan, te weten de verstoring van de mededinging en de gevolgen voor de handel tussen lidstaten.

Het bestreden besluit is in strijd met specifieke bepalingen van het VWEU en de algemene Unierechtelijke beginselen die ten grondslag hebben gelegen aan de liberalisering van het luchtvervoer in de Europese Unie sinds het einde van de jaren 80 (namelijk het verbod op discriminatie, het vrij verrichten van diensten – zoals toegepast op het luchtvervoer bij verordening nr. 1008/20082 – en de vrijheid van vestiging).

Verweerster heeft geen formele onderzoeksprocedure ingeleid ondanks het bestaan van ernstige moeilijkheden en heeft verzoeksters procedurele rechten geschonden.

Verweerster is haar motiveringsplicht niet nagekomen.

____________

1 PB 2021, C 260, blz. 10.

2 Verordening (EG) nr. 1008/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 24 september 2008 inzake gemeenschappelijke regels voor de exploitatie van luchtdiensten in de Gemeenschap (Herziening) (Voor de EER relevante tekst) (PB 2008, L 293, blz. 3).