Language of document :

Beroep ingesteld op 4 september 2009 - Acetificio Marcello de Nigris Srl / Commissie

(Zaak T-351/09)

Procestaal: Italiaans

Partijen

Verzoekende partij: Acetificio Marcello de Nigris Srl (Afragola, Italië) (vertegenwoordigers: P. Perani en P. Pozzi, advocaten)

Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies

vaststellen dat de inschrijving van de benaming "Aceto Balsamico di Modena" als beschermde geografische aanduiding in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen een schending van artikel 3 van verordening nr. 510/2006 en een schending van de door de communautaire rechtsorde uitdrukkelijk voorziene procedurele waarborgen vormt;

nietig verklaren verordening nr. 583/2009 van de Commissie van 3 juli 2009, bekendgemaakt op 4 juli 2009, houdende inschrijving van een benaming in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen [Aceto Balsamico di Modena (BGA)];

als gevolg van de nietigverklaring zorgen voor alle handelingen en verplichtingen die noodzakelijk zijn om de inschrijving van de beschermde geografische aanduiding "Aceto Balsamico di Modena" te schrappen uit het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen;

de Commissie verwijzen in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoekster in de onderhavige zaak, die werkzaam is in de sector productie en verkoop van wijnazijn en andere kruiden, waaronder balsamico-azijn van Modena, verzet zich tegen de inschrijving als beschermde geografische aanduiding van de benaming "Aceto Balsamico di Modena", die bij de bestreden verordening is geschied.

Tot staving van haar aanspraken beroept verzoekster zich op:

schending van artikel 3 van verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad van 20 maart 2006 inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen1, voor zover de historiek van de ontwikkeling van de productie van balsamico-azijn van Modena eenduidig wijst op het ontbreken van enig verband tussen die producten en een specifiek geografisch gebied. Het kan immers niet worden betwist dat al tientallen jaren een groot deel van de in Italië en daarbuiten verkochte balsamico-azijn van Modena buiten het historische oorsprongsgebied wordt geproduceerd. In deze context wijst de betrokken benaming op een product dat volgens bepaalde productiemethoden is vervaardigd en specifieke kenmerken vertoont, die echter niet van de plaats van productie afhangen;

de onmogelijkheid voor verzoekster om zich tegen de inschrijving van de benaming "Aceto Balsamico di Modena" als beschermde geografische aanduiding te verzetten. In dit verband wordt gesteld dat wegens de chronologie van de in casu relevante feiten de inschrijving van de litigieuze geografische aanduiding is geschied zonder dat verzoekster de mogelijkheid had gemotiveerd bezwaar te maken, zulks in strijd met de procedurele waarborgen die zowel in artikel 7, lid 3, van verordening (EEG) nr. 2081/92 van de Raad van 14 juli 1992 inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen2, als in artikel 5 van de geldende verordening nr. 510/2006 zijn neergelegd.

____________

1 - PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.

2 - PB L 208 van 24.7.1992, blz. 1.