Language of document :

Beroep ingesteld op 26 februari 2007 - Cantieri Navali Termoli / Commissie

(Zaak T-70/07)

Procestaal: Italiaans

Partijen

Verzoekende partij: Cantieri Navali Termoli SpA (Termoli, Italië) (vertegenwoordiger: B. Daniela Mammarella, avvocato)

Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies

de beschikking nietig te verklaren;

verwerende partij te verwijzen in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Het onderhavige beroep is gericht tegen de beschikking van de Commissie van 4 juli 2006 betreffende de steunmaatregel die Italië voornemens is ten uitvoer te leggen ten gunste van Cantieri Navali Termoli SpA [nr. C 48/2004 (ex N 595/2003)]1, waarbij de bedrijfssteun als bedoeld in artikel 3 van de scheepsbouwverordening2 die Italië voornemens was aan verzoekster toe te kennen voor schip C. 180 (ex 173), als met de gemeenschappelijke markt onverenigbare staatssteun is aangemerkt, voor zover de verlenging met 10 maanden van de leveringstermijn van het schip is afgewezen op grond dat de door verzoekster aangevoerde oorzaken van de achterstand (de gevolgen van de gebeurtenissen van 11 september 2001 te New York, de noodzaak van technische aanpassingen, de gevolgen van natuurrampen) niet voldeden aan het bepaalde in artikel 3, lid 2, tweede alinea, van voornoemde verordening.

Tot staving van haar vordering voert verzoekster aan:

a)    Vormgebrek als gevolg van een gebrekkige motivering:

van het gestelde ontbreken in deze zaak van een causaal verband met de gebeurtenissen van 11 september. Zij stelt in dat verband dat, in tegenstelling tot de sector van de bouw van cruiseschepen, de sector van de bouw van petrochemische vaartuigen, waarin verzoekster werkzaam is, werd geacht niet door die gebeurtenissen te zijn verstoord;

van de vaststelling dat niet was aangetoond dat er een causaal verband bestond met de natuurrampen in het gebied waar verzoekster werkzaam is;

in verband met de noodzaak van bouwtechnische aanpassingen.

b)    Kennelijk onjuiste beoordeling van de feiten die door de Italiaanse Staat zijn aangevoerd ter rechtvaardiging en ten bewijze van de verstoring van het werkprogramma, door het onterechte onderscheid, bij de toepassing van de betrokken gemeenschapswetgeving, tussen de "chemical markets"-sector en de andere scheepsbouwsectoren, en door een gedeeltelijke, abstracte en uit de context gerukte lezing van het rapport van de instelling Clarkson Research van november 2003, waaraan - zonder feitelijke en met bewijsstukken gestaafde verificaties - een doorslaggevend belang werd toegekend.

c)    Misbruik van bevoegdheid, doordat niet concreet en in het licht van de kenmerken en omstandigheden van het specifieke geval werd vastgesteld, of de gevraagde verlenging met slechts 10 maanden het handelsverkeer tussen lidstaten zou kunnen beïnvloeden, en dus of de kwestieuze bedrijfssteun verenigbaar was met het communautaire mededingingsrecht.

____________

1 - PB L 383 van 28.12.2006, blz. 53.

2 - Verordening (EG) nr. 1540/98 van de Raad van 29 juni 1998 betreffende de steunverlening aan de scheepsbouw (PB L 202 van 18.7.1998, blz. 1).