Language of document : ECLI:EU:T:2015:507





Arrest van het Gerecht (Vierde kamer) van 15 juli 2015 –
GEA Group/Commissie

(Zaak T‑45/10)

„Mededinging – Mededingingsregelingen – Europese markten van de hittestabilisatoren ESBO/esters – Beschikking houdende vaststelling van een inbreuk op artikel 81 EG en op artikel 53 van de EER-Overeenkomst – Vaststelling van de prijzen, verdeling van de markten en uitwisseling van gevoelige handelsinformatie – Geldboeten – Toerekening van de inbreuk – Vermoeden dat op het kapitaalbezit is gebaseerd – Duur en bewijs van de inbreuk – Verjaring – Duur van de administratieve procedure – Redelijke termijn – Rechten van de verdediging”

1.                     Mededinging – Regels van de Unie – Inbreuken – Toerekening – Moedermaatschappij en dochterondernemingen – Economische eenheid – Beoordelingscriteria – Vermoeden dat de moedermaatschappij beslissende invloed uitoefent op de dochterondernemingen die zij geheel of vrijwel geheel in handen heeft, daaronder begrepen het geval van de holding – Bewijsverplichtingen van vennootschap die dit vermoeden wil weerleggen – Schending van het beginsel van het vermoeden van onschuld, van de persoonlijke aansprakelijkheid en van de legaliteit van de straffen – Geen (Art. 81 EG; EER-Overeenkomst, art. 53; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 23, lid 2) (cf. punten 133‑136, 141‑145, 155, 162‑165)

2.                     Mededinging – Regels van de Unie – Inbreuken – Toerekening – Moedermaatschappij en dochterondernemingen – Economische eenheid – Beoordelingscriteria – Uitoefening van beslissende invloed op het gedrag van de dochteronderneming die kan worden afgeleid uit een samenstel van aanwijzingen betreffende de economische, organisatorische en juridische banden met de moedermaatschappij (Art. 81 EG; EER-Overeenkomst, art. 53; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 23, lid 2) (cf. punten 169, 170, 176‑184)

3.                     Mededinging – Administratieve procedure – Besluit van de Commissie waarbij een inbreuk wordt vastgesteld – Bewijs van de inbreuk en van de duur daarvan ten laste van de Commissie – Omvang van de bewijslast – Vereiste mate van nauwkeurigheid van de door de Commissie in aanmerking genomen bewijzen – Samenstel van aanwijzingen – Bewijslast van de ondernemingen die het bestaan en de duur van de inbreuk betwisten (Art. 81 EG; EER-Overeenkomst, art. 53; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 2) (cf. punten 188‑199, 253)

4.                     Mededinging – Administratieve procedure – Verplichtingen van de Commissie – Inachtneming van een redelijke termijn – Nietigverklaring van het besluit houdende vaststelling van een inbreuk, wegens buitensporig lange duur van de procedure – Voorwaarde – Aantasting van de rechten van verdediging van de betrokken ondernemingen – Bewijslast rustend op de belanghebbende – Omvang (Art. 81 EG; EER-Overeenkomst, art. 53) (cf. punten 293‑297, 302‑309)

5.                     Mededinging – Administratieve procedure – Eerbiediging van de rechten van verdediging – Noodzaak van een inlichting – Beoordelingsvrijheid van de Commissie (Art. 81 EG; EER-Overeenkomst, art. 53; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 18) (cf. punt 311)

Voorwerp

Verzoek tot nietigverklaring van beschikking C(2009) 8682 definitief van de Commissie van 11 november 2009 inzake een procedure op grond van artikel 81 EG en van artikel 53 van de EER-Overeenkomst (zaak COMP/38.589 – Hittestabilisatoren), of, subsidiair, verzoek tot verlaging van het bedrag van de opgelegde geldboete

Dictum

1)

Het beroep wordt verworpen.

2)

GEA Group AG wordt verwezen in de kosten.