Language of document : ECLI:EU:T:2012:63





Arrest van het Gerecht (Zevende kamer) van 10 februari 2012 — Verenigde Douaneagenten/Commissie

(Zaak T‑32/11)

„Douane-unie — Invoer van ruwe rietsuiker uit Nederlandse Antillen — Navordering van invoerrechten — Verzoek tot kwijtschelding van invoerrechten — Artikel 220, lid 2, sub b, en artikel 239 van verordening (EEG) nr. 2913/92 — Schending van wezenlijke vormvoorschriften”

1.                     Eigen middelen van Europese Unie — Navordering van rechten bij invoer of uitvoer — Voorwaarden van artikel 220, lid 2, sub b, van communautair douanewetboek voor niet-boeking van rechten bij invoer — Bewijslast (Verordening nr. 2913/92 van de Raad, art. 220, lid 2, sub b) (cf. punten 26‑27, 36)

2.                     Beroep tot nietigverklaring — Middelen — Schending van wezenlijke vormvoorschriften — Ambtshalve onderzoek door rechter (Art. 263 VWEU) (cf. punten 48‑49)

3.                     Eigen middelen van Europese Unie — Terugbetaling of kwijtschelding van rechten bij invoer — Toepassing van billijkheidsclausule van artikel 239 van communautair douanewetboek (Verordening nr. 2913/92 van de Raad, art. 220, lid 2, en 239) (cf. punten 50‑52)

4.                     Eigen middelen van Europese Unie — Terugbetaling of kwijtschelding van rechten bij invoer — Toepassing van billijkheidsclausule van artikel 239 van communautair douanewetboek (Verordening nr. 2913/92 van de Raad, art. 220, lid 2, en 239; verordening nr. 2454/93 van de Commissie, art. 871 en 905) (cf. punten 53‑55)

Voorwerp

Nietigverklaring van besluit C(2010) 6754 definitief van de Commissie van 1 oktober 2010 waarbij ter zake van een specifiek geval betreffende de invoer van ruwe rietsuiker boeking achteraf van de rechten bij invoer gerechtvaardigd wordt geacht en kwijtschelding van die rechten niet gerechtvaardigd wordt geacht (dossier REC 02/09)

Dictum

1)

Besluit C(2010) 6754 definitief van de Commissie van 1 oktober 2010, voor zover hierbij is vastgesteld dat de kwijtschelding van een bedrag aan invoerrechten van 531 985,59 EUR op grond van artikel 239 van verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek, niet gerechtvaardigd is, wordt nietig verklaard.

2)

Het beroep wordt verworpen voor het overige.

3)

Elke partij zal haar eigen kosten dragen.