Beroep ingesteld op 24 januari 2011 - Canon Europa/Commissie
(Zaak T-34/11)
Procestaal: Engels
Partijen
Verzoekende partij: Canon Europa NV (Amstelveen, Nederland) (vertegenwoordigers: P. De Baere en P. Muñiz, advocaten)
Verwerende partij: Europese Commissie
Conclusies
het beroep ontvankelijk verklaren;
nietig verklaren verordening (EU) nr. 861/2010 van de Commissie van 5 oktober 2010 tot wijziging van bijlage I bij verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 284, blz. 1) en in het bijzonder de onder postonderverdeling 8443 31 van het geharmoniseerd systeem ("GS") ingevoegde onderverdelingen alsmede de desbetreffende douanerechten, en
de verwerende partij verwijzen in de kosten van de procedure.
Middelen en voornaamste argumenten
Verzoekster vordert op grond van artikel 263 VWEU nietigverklaring van verordening (EU) nr. 861/2010 van de Commissie van 5 oktober 2010 tot wijziging van bijlage I bij verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 284, blz. 1) en in het bijzonder van de onder GS-postonderverdeling 8443 31 ingevoegde onderverdelingen alsmede de desbetreffende douanerechten.
Verzoekster doet haar beroep op de volgende middelen steunen.
In de eerste plaats is het beroep tot nietigverklaring ontvankelijk op grond van artikel 263 VWEU, aangezien het bij de bestreden maatregel gaat om een regelgevingshandeling die haar rechtstreeks raakt en die geen verdere uitvoeringsmaatregelen met zich brengt.
Daarnaast is de bestreden handeling ongeldig, omdat zij de draagwijdte van postonderverdeling 8443 31 van het GS 2007 beperkt door multifunctionele machines (MFM's) die tevoren werden ingedeeld onder postonderverdeling 8471 60 van het GS 2002, van de werkingssfeer daarvan uit te sluiten, hoewel verweerster de draagwijdte van de GS-postonderverdelingen op grond van artikel 3 van het GS-Verdrag
1 en artikel 1, lid 2, sub a, van verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad
2 niet mag wijzigen.
Verder is de bestreden handeling ongeldig, omdat zij de hoogte wijzigt van de toepasselijke douanerechten voor bepaalde MFM's die tevoren werden ingedeeld onder postonderverdelingen 8471 60 en 8517 21 van het GS 2002, en zij daardoor in strijd is met artikel 9, lid 2, van verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad.
Ten slotte schendt de bestreden handeling artikel II van de GATT 1994
3 en de door de EU volgens haar Lijst van concessies aangegane verplichtingen, omdat daarbij rechten worden ingesteld op bepaalde MFM's ten aanzien waarvan de EU zich had verplicht om alle douanerechten op te heffen.