Language of document :

Beroep ingesteld op 6 oktober 2008 - CDC Hydrogene Peroxide / Commissie

(Zaak T-437/08)

Procestaal: Duits

Partijen

Verzoekende partij: CDC Hydrogene Peroxide Cartel Damage Claims (CDC Hydrogene Peroxide) (vertegenwoordiger: R. Wirtz, gemachtigde)

Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies

Nietigverklaring krachtens artikel 231, lid 1, EG van beschikking SG.E3/MM/psi D(2008) 6658 van de Commissie van 8 augustus 2008

Veroordeling van de verwerende partij, krachtens artikel 87, lid 2, van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, in de kosten die de verzoekende partij heeft moeten maken.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoekster, die vergoeding vordert van de schade die ondernemingen hebben geleden als gevolg van het Europese waterstofperoxidekartel, stelt beroep in tegen de beschikking van de Commissie van 8 augustus 2008, waarbij haar op artikel 2, lid 1, van verordening (EG) nr. 1049/20011 gebaseerde verzoek om volledige toegang tot de inhoudsopgave van de administratieve stukken in zaak nr. COMP/F/38.620 - Waterstofperoxide en perboraat - is afgewezen.

Tot staving van haar beroep stelt verzoekster schending van artikel 4, lid 2, eerste en derde streepje, van verordening nr. 1049/2001, daar de in deze voorschriften neergelegde uitzonderingsregelingen verkeerd uitgelegd dan wel verkeerd toegepast zijn.

Verzoekster voert daartoe vier middelen aan.

In de eerste plaats is de beschikking in strijd met het beginsel van restrictieve uitlegging en toepassing van uitzonderingsbepalingen. De Commissie heeft geen concreet te verwachten en niet louter hypothetisch gevaar van benadeling van de beschermde belangen aangetoond.

In de tweede plaats is de bestreden beschikking niet verenigbaar met de beginselen van het recht op reële schadevergoeding bij schending van het EG-concurrentierecht, daar het belang van benadeelde personen bij details van de onrechtmatige handeling hoger moet worden gewaardeerd dan het belang dat ondernemingen erbij hebben dat details over de door de Commissie verweten onrechtmatige handeling en de mate van hun samenwerking met de Commissie in het kader van de kroongetuigenregeling niet aan de openbaarheid worden prijsgegeven.

In de derde plaats wordt de bestreden beschikking niet gerechtvaardigd door de in artikel 4, lid 2, eerste streepje, van verordening nr. 1049/2001 neergelegde uitzondering wegens bescherming van commerciële belangen

In de vierde plaats wordt de bestreden beschikking niet gerechtvaardigd door de in artikel 4, lid 2, derde streepje, van verordening nr. 1049/2001 neergelegde uitzondering wegens bescherming van inspecties en onderzoeken.

____________

1 - Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145, blz. 43).