Language of document : ECLI:EU:T:2014:166

BESCHIKKING VAN DE PRESIDENT
VAN DE ZEVENDE KAMER VAN HET GERECHT

19 maart 2014 (1)

„Doorhaling”

In zaak T-505/13,

Stichting Sona, gevestigd te Willemstad, Curaçao (Nederland),

Nao NV, gevestigd te Willemstad, Curaçao (Nederland),

vertegenwoordigd door R. Martens, K. Beirnaert en A. Van Vaerenbergh, advocaten,

verzoekende partijen,

tegen

Europese Commissie, vertegenwoordigd door G. Wils en S. Pardo Quintillán als gemachtigden,

verwerende partij,

betreffende de nietigverklaring van het besluit van de Europese Commissie van 28 juni 2013 om Stichting Sona niet aan te wijzen als gedelegeerde entiteit voor de uitvoeringstaken in het kader van het indirecte gecentraliseerde beheer van de middelen voor de uitvoering van het enkelvoudig programmeringsdocument voor de voormalige Nederlandse Antillen onder het tiende Europees Ontwikkelingsfonds (EOF), en van het besluit van de Commissie om International Management Group (IMG) als gedelegeerde entiteit aan te wijzen.


1        Bij op 27 januari 2014 ter griffie van het Gerecht neergelegde brief hebben de verzoekende partijen het Gerecht overeenkomstig artikel 99 van het Reglement voor de procesvoering laten weten dat zij afstand doen van instantie, en krachtens artikel 87, lid 5, van dit reglement gevorderd dat de verwerende partij in de proceskosten wordt veroordeeld.

2        Bij op 11 februari 2014 ter griffie van het Gerecht neergelegde brief heeft de verwerende partij gevorderd dat de verzoekende partijen in de proceskosten worden veroordeeld.

3        Volgens artikel 87, lid 5, eerste alinea, van het Reglement voor de procesvoering wordt de partij die afstand doet van instantie in de proceskosten veroordeeld, voor zover dit door de wederpartij in haar opmerkingen over de afstand van instantie is gevorderd. Op vordering van eerstbedoelde partij wordt evenwel de wederpartij in de kosten veroordeeld, indien dit op grond van de houding van deze partij gerechtvaardigd lijkt. In het onderhavige geval blijkt uit de processtukken niet dat de houding van de verwerende partij rechtvaardigt dat deze in de kosten wordt veroordeeld.

4        Derhalve dient de zaak te worden doorgehaald in het register en dienen de verzoekende partijen in de proceskosten te worden veroordeeld.


DE PRESIDENT VAN DE ZEVENDE KAMER VAN HET GERECHT

beschikt:

1)      Zaak T-505/13 wordt doorgehaald in het register van het Gerecht.

2)      De verzoekende partijen zullen hun eigen proceskosten dragen alsmede die van de verwerende partij.

Luxemburg, 19 maart 2014.

De griffier

 

       De president van de zevende kamer

E. Coulon

 

       M. van der Woude


1 Procestaal : Nederlands.