Language of document :

Mededeling in het PB

 

Beroep, op 4 maart 2004 ingesteld door Theodoros Kallianos tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

(Zaak T-93/04)

Procestaal: Frans

Bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen is op 4 maart 2004 beroep ingesteld tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen door Theodoros Kallianos, wonende te Kraainem (België), vertegenwoordigd door G. Archambeau, advocaat, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg.

Verzoeker concludeert dat het het Gerecht behage:

nietig te verklaren het besluit van 2 december 2003 waarbij het TABG heeft geantwoord op klacht R/335/03 van Kallianos van 2 juli 2003;

de Commissie te gelasten Kallianos alle bedragen te betalen die zij sedert de door de Rechtbank van eerste aanleg te Athene op 8 maart 1999 bij vonnis nr. 2179/1999 uitgesproken echtscheiding, althans sedert het arrest nr. 203/2003 van het Griekse Hof van Cassatie van 7 februari 2003, waarvan zij kennis had, ten onrechte ten laste van verzoekers bezoldiging heeft betaald of ingehouden, daaronder begrepen de door de diensten van de Commissie (PMO) op 18 september 1999 eenzijdig besliste indexering van de onverschuldigde alimentatie;

de Commissie ertoe te veroordelen verzoeker 20 % van bovenbedoeld bedrag te betalen ter vergoeding van immateriële, geldelijke en patrimoniale schade, daaronder begrepen de kosten van verdediging;

de Commissie te verwijzen in de kosten van betekening door een gerechtsdeurwaarder van de Griekse vonnissen en arresten, daaronder begrepen de kosten van vertaling van die vonnissen en arresten in het Frans, welke documenten de Commissie tijdig ter beschikking waren gesteld, te weten in een bedrag van 1500 euro;

de Commissie te verwijzen in alle kosten van deze instantie

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoeker is ambtenaar van de Commissie. Ten vervolge op een beschikking van de Rechtbank van eerste aanleg te Brussel waarbij alimentatie werd toegekend aan verzoekers echtgenote, hebben de bevoegde diensten van de Commissie inhoudingen verricht op verzoekers salaris. Met zijn beroep komt verzoeker op tegen deze inhoudingen; hij stelt dat daarbij sprake was van rechtsdwaling en dwaling omtrent de feiten, dat er geen executoriale titel was voor die inhoudingen, en dat verordening nr. 1347/20001 is geschonden.

C

____________

1 - Verordening (EG) nr. 1347/2000 van de Raad van 29 mei 2000 betreffende de bevoegdheid en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid voor gemeenschappelijke kinderen (PB L160 van 30.6.2000. blz. 19).