Language of document : ECLI:EU:T:2014:624





Arrest van het Gerecht (Zevende kamer) van 10 juli 2014 – Moallem Insurance/Raad

(Zaak T‑182/13)

„Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid – Beperkende maatregelen ten aanzien van Iran ter voorkoming van nucleaire proliferatie – Bevriezing van tegoeden – Motiveringsplicht – Beoordelingsfout”

1.                     Exceptie van onwettigheid – Draagwijdte – Handelingen ten aanzien waarvan de exceptie van onwettigheid mogelijk is – Handeling van algemene strekking waarop het bestreden besluit is gebaseerd – Noodzaak van een juridisch verband tussen de bestreden handelingen en de betwiste algemene handeling (Art. 277 VWEU) (cf. punten 25, 26)

2.                     Europese Unie – Rechterlijk toezicht op de rechtmatigheid van de handelingen van de instellingen – Beperkende maatregelen ten aanzien van Iran – Maatregelen ter voorkoming van nucleaire proliferatie – Omvang van het toezicht (Art. 275 VWEU; Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, art. 47) (cf. punten 31, 32)

3.                     Recht van de Europese Unie – Beginselen – Rechten van de verdediging – Recht op effectieve rechterlijke bescherming – Beperkende maatregelen ten aanzien van Iran – Bevriezing van tegoeden van personen, entiteiten of lichamen die zich bezighouden met of medewerking verlenen aan nucleaire proliferatie – Verplichting tot mededeling van nieuwe elementen à charge – Omvang (Besluit 2012/829/GBVB van de Raad; verordening nr. 1264/2012 van de Raad) (cf. punten 34, 35, 43‑45)

4.                     Handelingen van de instellingen – Motivering – Verplichting – Omvang – Beperkende maatregelen ten aanzien van Iran – Bevriezing van tegoeden van personen, entiteiten of lichamen die zich bezighouden met of medewerking verlenen aan nucleaire proliferatie – Verplichting om de betrokkene de motivering mee te delen op hetzelfde tijdstip als of onmiddellijk na de vaststelling van de voor hem bezwarende handeling – Grenzen – Veiligheid van de Unie en de lidstaten of het voeren van hun internationale betrekkingen – Draagwijdte (cf. punten 36‑42)

5.                     Beroep tot nietigverklaring – Arrest houdende nietigverklaring – Gevolgen – Gedeeltelijke nietigverklaring van een verordening en een besluit betreffende beperkende maatregelen tegen Iran – Inwerkingtreding van de nietigverklaring van deze handelingen vanaf het verstrijken van de termijn voor hogere voorziening of vanaf de afwijzing van de hogere voorziening – (Art. 264, tweede alinea, VWEU en 266 VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, art. 56, eerste alinea, en 60, tweede alinea; besluit 2012/829/GBVB van de Raad; verordening nr. 1264/2012 van de Raad) (cf. punten 54‑60, dictum 3)

Voorwerp

Ten eerste, een verzoek tot nietigverklaring van besluit 2012/829/GBVB van de Raad van 21 december 2012 houdende wijziging van besluit 2010/413/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran (PB L 356, blz. 71), voor zover daarbij verzoeksters naam is opgenomen op de lijst in bijlage II bij besluit 2010/413/GBVB van de Raad van 26 juli 2010 betreffende beperkende maatregelen tegen Iran en tot intrekking van gemeenschappelijk standpunt 2007/140/GBVB (PB L 195, blz. 39), en van uitvoeringsverordening (EU) nr. 1264/2012 van de Raad van 21 december 2012 houdende uitvoering van verordening (EU) nr. 267/2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran (PB L 356, blz. 55), voor zover daarbij verzoeksters naam is opgenomen op de lijst in bijlage IX bij verordening (EU) nr. 267/2012 van de Raad van 23 maart 2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran en tot intrekking van verordening (EU) nr. 961/2010 (PB L 88, blz. 1), en, ten tweede, een verzoek tot vaststelling dat artikel 12 van besluit 2010/413 en artikel 35 van verordening nr. 267/2012 niet op verzoekster van toepassing zijn

Dictum

1)

Besluit 2012/829/GBVB van de Raad van 21 december 2012 houdende wijziging van besluit 2010/413/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran, wordt nietig verklaard, voor zover daarbij de naam van Moallem Insurance Co. is opgenomen op de lijst in bijlage II bij besluit 2010/413/GBVB van de Raad van 26 juli 2010 betreffende beperkende maatregelen tegen Iran en tot intrekking van gemeenschappelijk standpunt 2007/140/GBVB.

2)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1264/2012 van de Raad van 21 december 2012 houdende uitvoering van verordening (EU) nr. 267/2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran, wordt nietig verklaard voor zover daarbij de naam van Moallem Insurance is opgenomen op de lijst in bijlage IX bij verordening (EU) nr. 267/2012 van de Raad van 23 maart 2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran en tot intrekking van verordening (EU) nr. 961/2010.

3)

De gevolgen van besluit 2012/829 en van uitvoeringsverordening nr. 1264/2012 worden ten aanzien van Moallem Insurance gehandhaafd vanaf de inwerkingtreding ervan tot de datum waarop de termijn voor een verzoek om hogere voorziening als bedoeld in artikel 56, eerste alinea, van het Statuut van het Hof van Justitie van de Europese Unie verstrijkt of, indien binnen die termijn een hogere voorziening is ingesteld, totdat deze is afgewezen.

4)

De Raad van de Europese Unie draagt zijn eigen kosten alsmede die van Moallem Insurance.