Language of document :

Hogere voorziening ingesteld op 20 juli 2010 door de Europese Commissie tegen het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 11 mei 2010 in zaak F-30/08, Nanopoulos / Commissie

(Zaak T-308/10 P)

Procestaal: Grieks

Partijen

Rekwirante: Europese Commissie (vertegenwoordigers: J. Currall, E. Bourtzalas, advocaat, en E. Antypa, advocaat)

Andere partij in de procedure: F. Nanopoulos (Itzig, Luxemburg)

Conclusies

het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 11 mei 2010 in zaak F-30/08, Nanopoulos / Commissie, vernietigen;

wanneer het arrest niet moet worden vernietigd, het juiste bedrag van de vergoeding vaststellen;

Nanopoulos verwijzen in alle kosten van de procedure in eerste aanleg en van de hogere voorziening.

Middelen en voornaamste argumenten

Met de onderhavige hogere voorziening vordert rekwirante vernietiging van het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 11 mei 2010 in zaak F-30/08, Nanopoulos / Commissie, waarbij de Commissie werd veroordeeld om aan Nanopoulos een vergoeding voor immateriële schade ten bedrage van 90 000 EUR te betalen en alle kosten te dragen.

Tot staving van haar hogere voorziening voert de Commissie de volgende middelen aan:

schending van de artikelen 90 en 91 van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen (hierna: "Statuut") en van het rechtszekerheidsbeginsel, voor zover het Gerecht voor ambtenarenzaken blijk heeft gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door te oordelen dat het door Nanopoulos ingestelde beroep moest worden beschouwd als een schadevordering, zonder enige motivering aan te voeren;

onjuiste rechtsopvatting en motiveringsfout, voor zover het Gerecht voor ambtenarenzaken heeft gemeend dat de schadevordering binnen een redelijke termijn is ingesteld en heeft geoordeeld dat het besluit om de tuchtprocedure in te leiden het vermoeden van onschuld heeft geschonden;

schending van het gemeenschapsrecht, onjuiste rechtsopvatting en motiveringsfout, voor zover het Gerecht voor ambtenarenzaken het juridisch criterium van de "voldoende gekwalificeerde schending" niet heeft toegepast en niet heeft uitgelegd waarom in de onderhavige zaak van de bestaande rechtspraak moest worden afgeweken;

schending van artikel 24 van het Statuut, onjuiste rechtsopvatting en motiveringsfout, voor zover het Gerecht voor ambtenarenzaken heeft gemeend dat het tot aanstelling bevoegd gezag verplicht was Nanopoulos onmiddellijk bijstand te verlenen, zonder voorafgaand onderzoek en vóór het verstrijken van de termijn van vier maanden die in het betrokken artikel wordt gesteld om aan een verzoek gevolg te geven;

kennelijk onjuiste rechtsopvatting en motiveringsfout, voor zover het Gerecht voor ambtenarenzaken heeft geoordeeld dat de Commissie, in de eerste plaats, aansprakelijk is voor de gestelde lekken in de pers en, in de tweede plaats, een fout heeft begaan door de tuchtprocedure in te leiden;

schending van het evenredigheidsbeginsel en onjuiste rechtsopvatting, voor zover het Gerecht voor ambtenarenzaken, voor de door Nanopoulos geleden immateriële schade, een schadevergoeding van 90 000 EUR heeft toegekend.

____________